Beukennootjes
Greta Elizabet Pruis
EUR 17,90
Formaat: 13.5 x 21.5 cm
Pagina aantal: 30
ISBN: 978-3-99146-141-8
Publicatie datum: 31.08.2023
De berken - de koks van het bos – bakken een beukennootjes bostaart. De grauwe abeel - met ogen die alles zien - en de plataan - met kogels aan de takken-, houden mensen en dieren op afstand zodat alle beuknootjes dit jaar voor de beukennootjes bostaart zijn.
Lang geleden nam de wind twee beukennootjes mee en liet ze vlak bij elkaar op een mooi stukje grond vallen.
De wolken gaven de beukennootjes water en de zon verwarmde ze. Hierdoor groeiden er twee echte beukenboompjes uit de beukennootjes. Het ene boompje kreeg lichtgroene blaadjes en het andere boompje kreeg donkerrode blaadjes.
De beukenboompjes groeiden en groeiden en werden uiteindelijk niet alleen grote bomen maar ook grote vrienden van elkaar.
Intussen nam de wind ook zaden mee van andere bomen en liet ze op de grond vallen.
De wolken gaven de zaden water en de zon verwarmde ze. En zo groeiden er steeds meer bomen op het stukje grond. Uiteindelijk werd het een echt bos.
In het bos staan verschillende soorten bomen die er allemaal anders uitzien. En dat niet alleen, ze hebben ook verschillende taken in het bos.
Er staan platanen die het bos en de dieren die in het bos leven beschermen. Platanen herken je aan hun legerbroek. En aan hun takken groeien ‘echte’ kogels. Hiermee kunnen de platanen je bekogelen.
Aan de rand van het bos groeien de grauwe abelen, je herkent ze aan hun ogen. Deze grauwe abelen worden heel hoog en zij houden alles wat er gebeurt in het bos goed in de gaten. Ze waarschuwen de platanen als er iets gebeurt dat niet mag. De platanen laten dan als waarschuwing hun kogels vallen.
Er staan ook berken in het bos; deze herken je aan hun witte schorten, het zijn de koks van het bos. De berken kunnen hele lekkere taarten bakken.
De wolken gaven de beukennootjes water en de zon verwarmde ze. Hierdoor groeiden er twee echte beukenboompjes uit de beukennootjes. Het ene boompje kreeg lichtgroene blaadjes en het andere boompje kreeg donkerrode blaadjes.
De beukenboompjes groeiden en groeiden en werden uiteindelijk niet alleen grote bomen maar ook grote vrienden van elkaar.
Intussen nam de wind ook zaden mee van andere bomen en liet ze op de grond vallen.
De wolken gaven de zaden water en de zon verwarmde ze. En zo groeiden er steeds meer bomen op het stukje grond. Uiteindelijk werd het een echt bos.
In het bos staan verschillende soorten bomen die er allemaal anders uitzien. En dat niet alleen, ze hebben ook verschillende taken in het bos.
Er staan platanen die het bos en de dieren die in het bos leven beschermen. Platanen herken je aan hun legerbroek. En aan hun takken groeien ‘echte’ kogels. Hiermee kunnen de platanen je bekogelen.
Aan de rand van het bos groeien de grauwe abelen, je herkent ze aan hun ogen. Deze grauwe abelen worden heel hoog en zij houden alles wat er gebeurt in het bos goed in de gaten. Ze waarschuwen de platanen als er iets gebeurt dat niet mag. De platanen laten dan als waarschuwing hun kogels vallen.
Er staan ook berken in het bos; deze herken je aan hun witte schorten, het zijn de koks van het bos. De berken kunnen hele lekkere taarten bakken.
Misschien vind je dit ook leuk :
