De legendarische kroon

De legendarische kroon

Els Bouma


EUR 13,90

Formaat: 13,5 X 21,5
Pagina aantal: 62
ISBN: 978-3-99064-222-1
Publicatie datum: 29.05.2018
De legendarische kroon is een sprookje met een wijze levensles, maar beeldend en met humor verteld. De zwarte koning is jaloers op koning Elyon en besluit hem aan te vallen. Om indruk te maken laat hij een gouden kroon en harnas ontwerpen waarin hij uiteindelijk zijn ondergang tegemoet gaat.
De legendarische
kroon



door
Els Bouma


















In een land hier ver vandaan woonde een koning. Het was een erg aardige en vriendelijke koning, die het heel belangrijk vond dat het met zijn mensen goed ging. Hij deed er alles aan. Elke dag probeerde hij met de mensen te praten. Niet alleen met de rijke en de edele mensen maar ook met de gewone burgers.
Er waren mensen die zelf naar de koning toegingen. Zo was daar bijvoorbeeld de schoenmaker. Die kwam niet bij de koning om nieuwe schoenen te verkopen hoor, maar om met de koning te praten. Klaas, zo heette de schoenmaker, hield veel van de koning en vertelde hem alles. Hoe het met zijn zaak ging, of hij veel schoenen had gemaakt en waar hij mooi leer had kunnen kopen. En hij probeerde een nieuwe manier te vinden om de schoenen nog steviger te laten zijn. Met een dikkere zool. Dat vertelde Klaas allemaal aan de koning. En hij praatte over zijn huis en tuintje, over zijn vrouw en kindertjes, die nog erg klein waren. Zijn vrouw had het erg druk daarmee en Klaas probeerde te helpen waar hij kon. Soms kwam de vrouw mee, maar zij vond het een beetje eng om zomaar bij de koning op bezoek te gaan. En dus ging ze niet vaak mee.
De koning vond het altijd fijn als Klaas op bezoek kwam. En - dat vond Klaas wel bijzonder - hij maakte ook altijd tijd voor hem. Als Klaas kwam en er was nog een bespreking in de troonzaal, dan werd Klaas binnengelaten door de paleiswachten. Die kenden Klaas ook allemaal. Dan stond Klaas stilletjes te kijken hoe de koning regeerde. En hij keek dan weer eens om zich heen, naar al die pracht en praal. Al die edelen en jonkvrouwen, in prachtige gewaden. De zaal zelf was zo mooi. En heel hoog. Soms stond Klaas te staren naar de mooie beschilderingen op het hoge plafond. En dan weer keek hij naar de muren, met dure houten panelen, met goud en zilver. En soms keek hij gewoon naar de koning, met zijn prachtige kleding en zijn kroon op zijn hoofd. Wat zag de koning er indrukwekkend uit. Als Klaas niet beter wist, zou hij meteen rechtsomkeert maken. Maar dan opeens zei de koning: "Zo, dat is genoeg. En nu wil ik met mijn vriend Klaas praten."
Dan stapte de koning van zijn troon en liep dwars door de zaal recht naar Klaas toe. Klaas kreeg er een kleur van. Maar als hij in de ogen van de koning keek, voelde hij zich helemaal niet verlegen meer. Want de koning, daar hield hij van. En wat hij heel bijzonder vond, was dat de koning hem zijn vriend noemde.
Als Klaas problemen had, en natuurlijk gebeurde dat ook wel, dan ging hij altijd eerst naar de koning. En die hielp hem altijd. Vaak hielp het al om het gewoon te vertellen. De koning kon zo goed luisteren. En soms gaf de koning ook raad of hij hielp Klaas met spullen die hij nodig had. En altijd was Klaas blij en ontspannen als hij bij de koning was geweest. Hij kon dan de wereld weer veel beter aan, leek het wel. Hij werd er veel geduldiger van, tegen zijn vrouw en kinderen, maar ook tegen lastige klanten. En hij stond in de hele stad bekend als een man die je kon vertrouwen. Die heel goed kon luisteren en ook hielp in nood.



Bild1



Er waren ook andere mensen die bij de koning op bezoek gingen en ook dat waren vrienden van de koning. Maar er waren ook mensen die bij de koning op bezoek gingen als ze iets nodig hadden. Dat waren er eigenlijk best veel. Klaas begreep er niets van. Sommige mensen gingen alleen maar bij de koning op bezoek als ze een probleem hadden en dan deden ze ook nog of ze een vriend van de koning waren. Bij een probleem zeiden ze vaak: "Oh, ik ga wel eventjes naar de koning. Die lost het zo op." Klaas kon daar zo boos om worden. En tot zijn grote verbazing hielp de koning ook nog vaak. Hij had het erover met de koning, maar die glimlachte en zei: "Ach Klaas, ik hoop eigenlijk dat ze me dan ook gewoon wat vaker op komen zoeken." Soms hielp de koning niet en dan werden die mensen boos, zó boos. Ze zeiden dan dingen als: "Je kunt de koning helemaal niet vertrouwen. Ik ga nooit meer naar hem toe." Klaas begreep het als het leek of de koning hem niet hielp. Dan was de koning wat anders van plan. Of dan liet hij het Klaas zelf uitpuzzelen. En altijd kon Klaas daarover praten met zijn koning.
Er waren ook mensen die nooit bij de koning op bezoek kwamen. En die mensen zeiden vaak lelijke dingen over hem. Ze vonden dat ze helemaal geen koning nodig hadden. Die vroeg alleen maar veel geld, en dat regeren konden ze zelf wel. Daar hadden ze helemaal geen koning voor nodig. Klaas werd altijd verdrietig als hij dat hoorde en hij probeerde weleens te vertellen wat de koning allemaal deed en hoe goed die was, maar de mensen wilden niet luisteren.

In het buurland was ook een koning. Maar deze koning was niet zo aardig. Hij wilde ook nooit echt vrienden zijn met zijn mensen. En hij dreigde met hele nare toestanden als de mensen niet deden wat hij zei.
Oh, hij deed ook wel eens wat goed. Als mensen braaf gehoorzaamden, liet hij ze met rust en dan ging het wel goed met de mensen. Maar als iemand het waagde om zich eens iets af te vragen, stuurde die koning zijn soldaten op die persoon af en dan martelden ze die arme persoon. De mensen waren helemaal niet gelukkig, maar ze waren heel bang dat als ze niet braaf deden wat de koning zei, ze nog veel slechter af waren.
Niemand wist wie de koning eigenlijk was, want je kreeg hem nooit echt te zien, alleen zijn soldaten. De mensen hadden wel een naam voor hem, want zijn echte naam was ook niet bekend. Iedereen noemde hem daarom maar de zwarte koning, want hij had altijd zwarte kleding aan. Die kleding was niet goedkoop hoor, dat moet je niet denken. Hij droeg prachtige zijden mantels en bontkragen. Maar alles was zwart. Wel had hij een grote gouden gesp en ook een riem met edelstenen en dan natuurlijk een kroon, ook van bewerkt goud. De koning vond het mooi staan bij al dat zwart.
Ook de soldaten waren in het zwart gekleed, maar dan wel met bijvoorbeeld een rode riem. Mensen die de koning wel geweldig vonden, droegen ook zwarte kleren. Je kunt je natuurlijk niet voorstellen dat die koning fans had, maar dat was wel zo. Er waren mensen die het prachtig vonden om te zien dat de koning zoveel macht had over de mensen. Deze mensen waren altijd al vreemd geweest. Ze hielden ervan om mensen pijn te doen. Al toen ze kind waren vonden ze het leuk om dieren pijn te doen en te pesten. En natuurlijk ook andere kinderen. Jullie kennen misschien ook nog wel kinderen die altijd pesten en gemeen zijn. Nou, deze mensen vonden het heerlijk als ze konden zien dat hun buurvrouw gemarteld werd. En ze gingen altijd kijken als er iemand gestraft werd op het marktplein.

De zwarte koning had een probleem. Hij vond zichzelf zo stoer en geweldig en was dan heel trots op zichzelf
5 Sterren
spannend en met een goede afloop - 31.07.2018
Afke de Schipper

Het verhaal houdt je van de 1e letter t/m de laatste letter in je greep.

Misschien vind je dit ook leuk :

De legendarische kroon

Jennifer van Klaveren

De kleine beer

review:
*verplichte velden