Slibberigheyt

Slibberigheyt

Henk Swart


EUR 19,90

Formaat: 13,5 x 21,5
Pagina aantal: 272
ISBN: 978-3-99064-700-4
Publicatie datum: 16.01.2020
In de roman Slibberigheyt strijden Eros, de belichaming van de hartstocht en Psyché, de verpersoonlijking van de ziel om de voorrang. In coming-of-age-verhalen uit de 16de en17de eeuw worden in een turbulente tijd de hoofdpersonen heen en weer geslingerd tussen hoofdzonden en deugden.
Inhoudsopgave
Voorwoord:
Psyché en Eros in een eeuwige worsteling en omhelzing, blz. 5.
De veredeling van de drift in de Renaissance: voorbeeld: La Primavera, blz. 7.

Deel I: Mea culpa: Van Groningen naar Antwerpen via de glibberige weg van de zeven hoofdzonden
1. Ira (woede), blz.9.
2. Luxuria (lust ), blz. 13.
3. Invidia (afgunst), blz. 18.
4. Gula (gulzigheid), blz. 23.
5. Superbia (hoogmoed), blz. 26.
6. Acedia (gemakzucht), blz. 30.
7. Avaritia (hebzucht), blz. 33.
8. Antwerpen, de Babylonische hoer, bedekt en behept met de zeven hoofdzonden, blz. 35.
Deel II: Misericordia: Op het pad van de kardinale deugden

1. Fides (geloof), blz. 42.
2. Caritas (naastenliefde), blz. 53.
3. Spes (hoop), blz. 56.
4. Temperantia (maat houden), blz. 65.
5. Prudentia (wijsheid), blz. 67.
6. Justitia (rechtvaardigheid), blz. 69.
7. Fortitudo (moed ), blz. 72.


















Voorwoord: Psyché en Eros in een eeuwige worsteling en omhelzing
De titel voor de verhalenserie ‘slibberigheyt’ verwijst naar het gladde levenspad van de vroegmoderne mens. Op de drempel van de Nieuwe Tijd wordt de mens verscheurd tussen rationele overwegingen en afwegingen enerzijds en diepere (aan-)driften, verhevigde gevoelsbewegingen anderzijds. Het gemoed is niet alleen vol van de primaire gevoelens van boosheid, angst, verdriet en vreugde maar ook van de (met deze emoties opgeladen) innerlijke voorstellingen van eer en erkenning, van schaamte en reputatieschade, van lust en begeerte, van genot en lijden, van onbeheersbaar liefdesverlangen, van afgunst en wraak. De stormen van de hartstochten jagen de mens langs afgronden van het bestaan over kronkelende, glibberige, slibberige paden. Anderzijds wil de bemiddelde en ontwikkelde vroegmoderne mens zich laten leiden door koele berekening, door gematigdheid, beheersing en het temmen van onrustige zinnen. Hij wankelt en wandelt tussen Eros en Psyché.
Reeds in antieke tijden verbeelden en verdichten de oude Grieken menselijke strevingen, neigingen, hartstochten en driften in de verwikkelingen van hun goden. Het bastion der goden op de berg Olympus gelijkt op een spiegelpaleis van het menselijk schouwtoneel. De goden treden vaak op in paren. Zoals Psyché en Eros. Psyché is de verpersoonlijking van het beschouwende, het bespiegelende, het rationele; Eros is de belichaming van de hartstocht, de overgave, het zinnelijk genot. Maar Eros vertoont dubbelhartig gedrag: met zijn vernietigende loden pijlen zaait hij dood en verderf; met zijn zinderende gouden pijlen wekt hij de liefde op, maakt hij heel wat kapot is.
In de late Renaissance ontdekt de ontwikkelde mens zijn individualiteit, zijn lichamelijkheid, de schoonheid als waarde op zichzelf. Naast de schaamte begint onder invloed van Reformatie en Contra-Reformatie ook het schuldbesef langzamerhand door te druppelen tot op de bodem van de ziel.
De geest van de Renaissance wil de menselijke neiging tot ondeugd, tot drift en lust beteugelen en veredelen door pure schoonheid te creëren, klassieke wijsheid te praktiseren en sacrale geometrische vormen te aanschouwen in hun stoffelijke omhulsels én deze te scheppen. De zuivere liefde en de kennis van de volmaaktheid van de goddelijke orde voeren ook tot God. Dit is een alternatieve route naar verlossing dan de tot dusver gangbare weg van religieuze disciplinering. Deze middeleeuwse weg leidde langs zelfkastijding, onthouding en afschrikwekkende verbeeldingen van Het Laatste Oordeel naar een staat van zaligheid.

'Mea culpa' en ‘Misericordia’ vormen een tweeluik. Zij verhalen van de coming of age van een jonge schilder, Jan Swart van Groningen. Zij vormen een fictieve biografie, gecomponeerd rondom een aantal vaststaande gegevens en waarschijnlijke data. Als man van de Renaissance wil hij in mijn visie grenzen verkennen, nieuwe werelden betreden, beheerst leven, vol van virtus en dignitas. Maar hij wordt voortdurend overmand door heftige woelingen in zijn gemoed. Als man van de wereld wil hij de weg van de klassieke en christelijke deugden bewandelen, maar op de drempel van de volwassenheid wordt hij belaagd en geplaagd door onzalige ondeugden. Als een kameleon neemt Jan Swart van Groningen de kleur aan van zijn omgeving. Daarbij dreigt hij zichzelf te verliezen. Hij kijkt op tegen de grootmeesters van zijn tijd, maar kan niet aan hen tippen. Hij probeert zich tevergeefs omhoog te trekken van een routineuze ambachtsman naar het niveau van een avant-gardistische (Renaissance-)kunstenaar. Het onder het allerkatholiekste koningspaar verenigde Spanje zoekt in de 16de eeuw haar heil niet in heidense, wulpse en frivole schoonheid maar in een geestverruimende, dwingende, vurige en brandbare mystiek. De schone heilige van Heiligerlee (deel III), is een evocatie van deze geharde, geëxalteerde Spaanse, 16de-, 17de-eeuwse religieuze geestesgesteldheid. In dit verhaal sneuvelt deze heilsvoorstelling in de confrontatie met de mentaliteit van de opstandige burgers in de natte, drassige, zompige, in de Moderne Devotie gedrenkte Nederlanden. Een Spaanse edelman verliest zijn trots en reputatie én zichzelf in de armen van een Roma-meisje.
In deel IV, ‘Danse macabre op jonge aarde’ ziet een modernistische mentaliteit het licht. Het verhaal speelt zich af in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, in de late 17de eeuw, in de Groninger Veenkoloniën. De Republiek wordt gezien als de eerste ‘moderne’ maatschappij. De loyaliteit van een moderne burger ligt niet meer bij een clan, een stam, een krijgsheer, een collectief, maar bij zijn zakelijke belangen. Hij wordt gedreven door ondernemingslust en vrijheidszin. Hij verkent en exploreert nieuwe werelden. Hij herschept zijn wereld. Hij gaat berekenend en rationeel te werk. In de Groninger Veenkoloniën wordt op grote schaal woest en mensvijandig land overwonnen, afgegraven, afgewaterd en omgewoeld tot een door mensenhand aangeharkte en rechtlijnige tuin van Eden. Dit eldorado levert het lucratieve bruine goud op. Maar achter deze moderne, rationele façade broeien in de onderbuik nog steeds de diepere, duistere (aan-)driften.
De geschiedenis is vaak in nevelen gehuld met hier en daar een oplichtend baken. Op hoogtepunten omhelzen Psyché en Eros elkaar innig en in harmonie. Op dieptepunten wurgen ze elkaar, in een inferno. Waar is de gulden middenweg?
Henk Swart
























Een snoevende westenwind, Zephir, komt aangezoefd om de lichamelijk bekoorlijke bosnimf Chloris te overweldigen. Hij houdt zich in. Hij doorziet haar. In en door zijn beheerste en aandachtige blik verandert zij in de bevallige en bloemrijke Flora, godin van de lente. De godin Venus is de schone en erotische kern van dit feest van de lente en van de ontluikende liefde. De drie Gratiën dansen. Hermes (met het geïdealiseerde gezicht van Lorenzo il Magnifico), de boodschapper tussen het goddelijke en het aardse, de bemiddelaar tussen hogere en lagere sferen, plukt de vruchten van de liefde.
Wat is de boodschap van dit schilderij van Botticelli voor jonggehuwden die voor het eerst elkaar de liefde bekennen? Door de transcendente kracht van de liefde ondergaat de seksuele drift een gedaanteverwisseling; zij wordt goddelijk én menselijk (mannelijk en vrouwelijk), hemels én aards. En zij zal vrucht dragen.

In de borst van Botticelli worstelen twee zielen om de voorrang. De schilder lijkt heen en weer geslingerd tussen twee tegenstrijdige behoeften: die aan klassiek-heidense voorstellingen én die aan vrome, devoot-katholieke verbeeldingen.


Deel I: Mea Culpa: (On)schuldig
Van Groningen naar Antwerpen via de glibberige, slibberige weg van de zeven hoofdzonden
1. Ira (woede)
2. Luxuria (lust)
3. Invidia (afgunst)
4. Gula (gulzigheid)
5. Superbia (hoogmoed)
6. Acedia (gemakzucht)
7. Avaritia (hebzucht)
8. Antwerpen, de Babylonische hoer, bedekt en behept met de zeven hoofdzonden

Misschien vind je dit ook leuk :

Slibberigheyt

Ernst Borse

Hemeltjes!

review:
*verplichte velden