Keuzes

Keuzes

Albert Peelen


EUR 15,90

Formaat: 13,5 X 21,5
Pagina aantal: 204
ISBN: 978-3-99064-346-4
Publicatie datum: 11.10.2018
De rode draad in Keuzes is de busreis van lijn 22 in Jeruzalem met een fatale afloop. De hoofdpersonages: Rahina, Ursula en Norbert, Matilda en haar peuter wachten op de komst van de bus. Hiermee starten hun verhaallijnen en wordt het de lezer gedurende de busreis duidelijk waarom zij de keuze hebben gemaakt om met lijn 22 mee te gaan.
‘Vele wegen heb ik bewandeld en menig pad ingeslagen, maar nu voel ik met heel mijn lijf en ziel dat ik op de goede weg ben. Dit is de weg die voor mij uitgestippeld is. Een weg waarvan je weet dat die je geluk brengt. Hij begeleidt je naar je eindbestemming. Met Hem bereik ik mijn doel in het leven. Ik heb de laatste kruising in mijn leven genomen. Links of rechts afslaan maakt nu niet meer uit. Ik heb mijn finale keuze gemaakt. Niemand of iets weerhoudt mij nu. Het verleden is losgesneden van het heden en ik bepaal nu mijn eigen toekomst. Ik laat mij niet meer leven door anderen en ik wil geen slachtoffer meer zijn van de omstandigheden of door wat mij is aangedaan. Uit lelijkheid komt nu schoonheid. Het duister verdwijnt door het licht. Ik neem het heft in handen en ik wis mijn schande eens en voor altijd uit. Ik ben een dochter van het Palestijnse volk en ik wreek mij.’
Rahina draagt op haar hoofd een zwarte half doorschijnende sluier die tot op haar schouders hangt. De sluier is voor haar gezicht gedrapeerd en bedekt het voor de onderste helft. Met de sluier beschermt ze haar fijne gelaatstrekken tegen de zon. Haar amandelkleurige ogen kijken alert de wereld in en monitoren haar omgeving van links naar rechts. Haar volle lippen heeft ze samengeperst tot een dunne grimmige streep. Ze draagt verder een zwarte ruime blouse met daarover een paars hesje dat halfopen staat. Ze draagt verder tot op haar schoenen een lange donkere rok met horizontaal aangebrachte paarse roesjes. Haar kleine blote voeten steken in hakloze bruine muiltjes. Met haar handen plukt ze zo onopvallend en zo voorzichtig als mogelijk aan iets dat onder haar blouse verborgen is. Het zit strak op haar bovenlijf en het klemt haar boezem af.
Ongeduldig wacht Rahina totdat de bus komt. Bushalte Moshe Baram Junction met code 6268 ligt aan de brede asfaltweg Derech Moshe Bar’am van en naar het centrum van Jeruzalem met aan beide zijden een stoep. De stoep is niet meer dan een verhoogde strook asfalt met grit met een afgevlakte betonnen rand. De halte is op de betonnen rand gemarkeerd met geel en rood geverfde rechthoeken. Op de halte staat een bushokje van oranje en blauw geschilderd metaal. De zijkanten en achterkant zijn voorzien van ondoorzichtig veiligheidsglas. Boven op het dak van het hokje is een bord geplaatst waarop in gele vlakken de buslijnnummers met hun eindbestemming staan vermeld. Het bord is alleen te lezen wanneer je aan de zijkant van het hokje staat en dan met het hoofd in de nek omhoog kijkt. Het is alsof de busonderneming wil voorkomen dat onbevoegden wijzigingen aanbrengen op het bord of dat het onleesbaar wordt door graffiti. De bushalte ligt aan de rand van een moderne buitenwijk en drie buslijnen doen deze halte aan.
Aan de zijkant van het bushokje argumenteert in hun moedertaal een Duits echtpaar over welke bus ze moeten nemen. Rahina kan op afstand in grote lijnen hun gesprek volgen. In de laatste vijf minuten zijn hun stemmen luider en hun gebaren heftiger geworden. Hij draagt een grote witte pet met een enorme klep die voor een groot gedeelte zijn gezicht schaduw geeft. Aan de randen van de schaduw steken snorpunten horizontaal aan beide zijden van zijn gezicht uit als kleine dolken. Zijn bovenlijf is bedekt door een wit overhemd met grote bloemmotieven. De knopen voeren strijd om het hemd aan de voorzijde gesloten te houden rondom zijn omvangrijke buik. Het hemd hangt aan de onderzijde over een beige katoenen broek heen. Onder zijn broekspijpen zijn witte sokken zichtbaar die een gedeelte van zijn spierwitte onderbenen bedekken. Beige open sandalen complementeren het geheel van zijn outfit.
Zij draagt een witte hoed: een bolvorm met rondom aan alle zijden een even brede rand. Om de bolvorm heen is een beige band aangebracht die aan de achterzijde uiteenvalt in twee linten. De vrouw draagt een mouwloze witte jurk met dezelfde bloemmotieven als haar man. Haar naakte voeten zijn omsloten door beige schoenen met een lage hak. Ze draagt over haar rechterschouder een kleine witte eivormige tas van namaakleer met een doublé sluiting. Een sluiting met een langwerpige knop die door te draaien de klep openmaakt of sluit. Haar ogen gaan schuil achter een donkere vlindervormige zonnebril. Bij elk wild gebaar tikt de rand van haar hoed de bovenkant van de bril aan. De bril schuift dan enigszins naar de voorkant van haar neus. Ze corrigeert de bril door deze telkens weer terug te schuiven naar zijn oude positie.
Het echtpaar heeft nu duidelijk ruzie. De man zwaait met een gids in de hand en de vrouw met een hand in de zijde wijst met haar andere hand naar het haltebord. Rahina begrijpt uit hun gesprek dat ze het niet eens zijn over welke buslijn ze zullen nemen. Ze hoort lijnnummers noemen, maar ook verschillende bestemmingen komen in hun gesprek naar voren. Dan lijkt de vrouw een besluit te hebben genomen. Ze laat het haltebord voor wat het is en draait zich volledig om naar haar man. Ze drukt in een strak gebaar met een gestrekte wijsvinger haar bril terug op haar neus en plaatst dan haar beide vuisten in haar zijden. De ruimten tussen de ellebogen en haar zijden vormen gelijke geometrische driehoeken. Haar hele houding straalt onwrikbaarheid uit. Ze staart een moment stil naar de man voor haar. Alsof ze zijn weerstand wil taxeren. Dan stort ze een woordenvloed over haar man uit.
Rahina heeft al gezien dat tijdens de ruzie van het Duitse echtpaar aan de overkant van de weg een groepje Israëlische militairen met uzi’s is komen aanlopen. Ze staan nu aan de overkant van de weg op de stoep geamuseerd toe te kijken. Door de woordenwisseling van het echtpaar hebben ze hun dagelijkse patrouille onderbroken. Het echtpaar heeft totaal niet in de gaten dat ze bekijks trekken. Rahina is daarom niet blij met dit buitenlandse toneelstuk. In de moskee is haar op het hart gedrukt om niet de aandacht te trekken en vooral militairen te mijden. Militairen hebben een neus voor dreiging en gevaar. En controleren je bij de minste twijfel. Ze heeft geen idee hoe ze deze situatie kan veranderen. Ze maakt zich ernstig zorgen over hoe het af zal lopen. ‘Laat die militairen alstublieft snel doorlopen,’ prevelt ze. ‘Niet verder de aandacht trekken. Stop met dat geschreeuw. Ik kan een onverwachte controle niet gebruiken. Niet nu!’
Een paar passen van Rahina vandaan op de halte staat tussen haar en het Duitse echtpaar in een vrouw met een peuter op haar arm. Zij kijkt eveneens afkeurend naar het Duitse echtpaar en probeert haar huilende kind te troosten. Het kind is van slag geraakt door de harde stemmen en zoekt bescherming bij zijn moeder. Het jongetje voelt de spanning en de boosheid tussen de twee mensen en heeft nog niet het vermogen om dit voor zichzelf te relativeren. Hij heeft kortgeknipt zwart haar en lichtblauwe ogen. Hij draagt een donkerblauw poloshirt met witte horizontale strepen op een lichtblauwe katoenen korte broek. Zijn voeten steken zonder sokken in donkerblauwe Poema’s. Rahina schat de jonge moeder midden twintig. Ze heeft zwart kort krullend haar en is luchtig gekleed. Te luchtig naar Rahina’s smaak. Een mouwloos katoenen T-shirt waaronder de bh-bandjes op de schouders vandaan komen en een korte spijkerbroek die net haar billen bedekt. Ze loopt op slippers en Rahina kijkt met afkeer naar de felroze gelakte teennagels.
Een grote weekendtas van bruin soepel leer bungelt aan de arm waarop ze haar kind draagt. De sluiting van de tas bestaat uit twee grote C’s. ‘Vast vol met speeltjes, luiers en verzorgende producten voor haar peuter.’ Rahina probeert zich verder een voorstelling te maken van de inhoud van de tas. Zalf, talkpoeder, speen… een hunkering naar iets wat niet voor haar is weggelegd, trekt door haar lijf heen. Zachtjes drukt de jonge vrouw met haar linkerarm en hand haar kroost tegen zich aan en streelt met haar rechterhand de borstelige haartjes. Zachtjes drukt ze het hoofdje tegen haar gezicht aan. Alsof ze haar kind tegen een groot gevaar wil beschermen. Rahina hoort haar in het Hebreeuws liefkozende woordjes zeggen. Rahina is vertederd en wil op haar en de peuter toelopen om te helpen deze te troosten, maar ze bedenkt zich. Ze draait zich van vrouw en kind af en maakt de ruimte tussen hen groter. Ze schikt de zwarte sluier meer voor haar gezicht om haar ogen voor de warme ochtendzon en haar omgeving af te schermen. ‘Allah heeft voor een mooie dag gezorgd. Een stralende dag om een rechtvaardige daad te verrichten.’ De gedachte aan een lachende hemel geeft Rahina moed en levert haar berusting op. ‘Allah is groot!’
Rahina kijkt de andere kant op in de richting waaruit de bus moet komen. De hoofdweg bestaat uit twee rijbanen met elk twee rijstroken gescheiden door een middenberm met lage conifeerachtige struikjes. Om de tien meter staat er een hoge lantaarnpaal met aan elke zijde een neonlamp. Aan een lantaarnpaal in de richting waaruit de bus moet komen, is een reclamebord bevestigd. Een vrouw prijst daarop met een brede lach een schoonmaakmiddel aan. Langs haar rijden de auto’s en bromfietsers af en aan, allemaal op weg naar hun bestemming zonder te zien hoe schoon haar vloer is geworden. Een groepje donkergeklede schooljongens en schoolmeisjes loopt in de richting van de bushalte. De jongens dragen vlechtjes aan hun slapen. De kinderen lopen hand in hand en praten en lachen. Rahina voelt hun vrolijkheid als een scherp mes dat langzaam omgedraaid wordt in haar buik. Ze kan de onbekommerde en lachende gezichten van de kinderen niet verdragen. ‘Waarom zijn jullie blij, de wereld is hard,’ wil ze hen toeschreeuwen. Haar opdracht van de imam houdt haar echter tegen. Op haar wacht een grote en belangrijke taak. Hoogstpersoonlijk heeft de imam haar bedankt en haar doordrongen van haar heilige missie voor de goede zaak. Die mag ze niet verzaken door haar persoonlijke gevoelens. Rahina weet haar kalmte terug te vinden in de wetenschap dat wraak zoet zal smaken. Ze klakt met haar tong in haar mond en ze probeert of ze de honing nu al kan proeven.
Het groepje tieners loopt Rahina voorbij zonder naar haar te kijken en gaat tussen de vrouw en haar peuter en Rahina in halverwege de halte staan. Het kind stopt met huilen en kijkt aandachtig naar de nieuwkomers op de halte. Met zijn rechterhandje probeert het in contact te komen met een van de kinderen in de buurt. De peuter buigt naar opzij en brengt de vrouw bijna uit haar evenwicht. Met een ruk drukt zij het kind opnieuw tegen zich aan met een nieuwe huilbui tot gevolg. Twee meisjes en een jongen uit het gezelschap proberen nu op hun beurt contact te maken. Ze praten tegen de peuter en proberen hem te strelen. Het levert ze een goedkeurende glimlach op van de moeder. De jongen maakt oogcontact met het kind en trekt gekke bekken om de aandacht vast te houden. Hij heeft zijn zwarte hoed schuin op zijn hoofd geplaatst en zijn lichtmetalen brilletje met ronde glazen op het puntje van zijn neus geschoven. Zijn ogen staan schuin naar binnen en kijken naar het brilletje. Met beide handen houdt hij zijn mond gespreid en laat zijn uitgestoken tong rare capriolen maken. De twee meisjes lachen om hem en maken op hun beurt een dansje om de peuter te vermaken. Ze draaien om hun eigen as en wanneer ze rondgedraaid zijn en elkaar aankijken dan klappen ze beurtelings in de eigen handen en dan tegen elkaars handen. Bij elke rondedans zwieren hun zwarte rokken omhoog en hun vlechten lijken de rokken te willen volgen. Hun pogingen lukken want de peuter huilt niet meer en hij kijkt gebiologeerd toe.
Bij het bushokje staat het Duitse echtpaar nu stil naast elkaar aan de stoeprand te wachten. Ze lijken hun strijd te hebben gestaakt en een keuze voor een buslijn te hebben gemaakt.


2
Ursula staart stilzwijgend voor zich uit. Ze heeft zich van de buitenwereld afgesloten en is druk met haar eigen gedachten bezig. Dit is haar manier om met stress om te gaan en om te voorkomen dat ze verder gekwetst wordt. En kwetsen kan hij als geen ander, die man van haar. Al heeft hij het zelf niet altijd door. Haar liefdevolle Norbi. Haar Norbert die haar zo begripvol kan aankijken en dan meewarig schuddend, alsof ze een klein kind is dat iets stouts heeft gedaan, zegt: ‘Lieve Uschi, waarom praat je zo tegen mij. Je weet toch dat ik het goed meen en het beste met je voor heb. Ik kan er toch niets aan doen dat je alles niet direct begrijpt?’ Ze kan hem wel wurgen als hij zo neerbuigend doet. Hij heeft gestudeerd en zij is niet verder gekomen dan het speciaal onderwijs. ‘Nou en! Daar kan ik niets aan doen, zo ben ik op de wereld gezet. Je neemt me maar zoals ik ben en anders ga je maar van me af.’ Dat laatste heeft ze vaak genoeg al in zijn gezicht gezegd; soms bijna geschreeuwd als ze erg boos en gekwetst was.
Ze verlangt zo naar hun begintijd. Dertig jaar geleden is het alweer dat hij voor haar was geknield, haar handen had gepakt en haar ten huwelijk had gevraagd. Een mooie ring met een glanzende saffier had hij haar gegeven. En de huwelijksnacht… Ze zou het graag nog eens overdoen. Hoe intens had zij zijn strelingen gevoeld. Elke zenuw in haar lichaam was door hem geprikkeld en tot op de dag van vandaag hapt ze nog naar adem als ze terugdenkt aan het hoogtepunt dat ze toen beleefd heeft. Langzaamaan heeft de dagelijkse sleur de liefde tussen hen uitgehold met als dieptepunt zijn ‘burn-out’ anderhalf jaar geleden. Huilend zat hij aan de keukentafel en vertelde dat hij het niet meer aankon. Het was hem allemaal te veel geworden. Hij was moe en gefrustreerd. Hij moest het werk van drie man doen en er kwam nooit een einde aan. Ze raapte alle liefde die ze nog voor haar man in zich had bij elkaar en pakte zijn hoofd in haar handen en had het tegen haar borst gedrukt. Een lange tijd zaten ze zo: hij pratende en zij luisterend. Een periode van thuis op elkaars lip zitten brak aan. En nu deze reis.
Ursula’s gedachten gaan terug naar het moment dat haar man over de reis begon. Die hele reis was zijn idee geweest, zoals zoveel ideeën van hem komen. Vaak gaat zij in zijn ideeën mee, maar niet altijd. Haar Norbi heeft vaak vermoeiende activiteiten op het oog. Een boswandeling maken of in een boot varen. En dan heeft hij het niet over een ommetje in het bos achter het huis, maar dan moeten gehele bergen beklommen worden in het Schwarzwald. Of dan gaat het niet om lekker met een motorbootje de Moezel afzakken, maar om in een roeiboot een tocht over een groot meer maken. ‘De natuur in en jezelf ontdekken. Samen lekker roeien en onze overtollige energie kwijtraken.’ Zijn woorden klinken nog steeds na in haar hoofd.
Voor haar hoeft dat allemaal niet. Lekker op de bank, half liggend met een laptop op je schoot, spelletjes op internet spelen. Dat is meer haar ding. Weg van alle zorgen en dagelijkse beslommeringen. Hoge scores halen en dan je vriendinnen hiermee op Facebook confronteren. Ze fijn jaloers maken met haar resultaten. Knus vanuit haar eigen veilige woonkamer. Heerlijk in haar eentje. Als haar Norbi naar het werk is, snel het huishouden en boodschappen doen en dan de rest van de dag op de bank zitten en aan de slag. Een vast patroon in haar leven waar ze zich wel bij voelt.
4 Sterren
Boeiend en verrassend - 18.01.2019
Wery Knaven

Via verschillende verhaallijnen neemt de auteur je op boeiende wijze mee naar een zeer verrassend maar zeker niet onwaarschijnlijk einde.

5 Sterren
dfd - 23.11.2018
dfd

sdfd

Misschien vind je dit ook leuk :

Keuzes
review:
*verplichte velden