Dit boek gaat niet over rozen

Dit boek gaat niet over rozen

Rosalie Rose


EUR 15,90

Formaat: 13,5 X 21,5
Pagina aantal: 236
ISBN: 978-3-99064-407-2
Publicatie datum: 11.10.2018
Een man worstelt met de gevolgen van een herseninfarct. Zijn zoon maakt misbruik van de situatie. Zijn dochter, de ik-figuur in dit boek, beschrijft alles in een beeldend verhaal met veel diepgang.
Voorwoord


Ware liefde

Life is not kind
Life is not fair
By trying to face it
you will need somebody who cares
You’re afraid
well that’s OK
I’ll support you and hold you
together we’ll go all the way
For that’s love
you and me
It will work
you will see

Hold me now
Hold me strong
Never leave me
leave me alone
For it’s here
here in my arms
where you belong


Rosalie Rose





Cyril, Roos en Sam,

Dit boek draag ik aan jullie op
Het spijt me dat ik jullie meesleurde
in deze ellende en dit verdriet
Gelukkig is onze liefde Ware Liefde
Iets sterkers dan dat, is er niet!

Rosalie Rose
september 2018











Disclaimer:
Alle overeenkomsten tussen bestaande personen en personages in dit boek berusten op louter toeval.


1. Donker

“Het is donker, kan er iemand licht aandoen?”
“Het is licht, pa, de zon schijnt en boven je bed is zelfs een lamp aan. Je hebt een herseninfarct gehad en nu ben je blind.”
“Allemachies, ik lig toch gewoon in mijn eigen bed.”
“Nee opa, voel maar hier met je hand, dit zijn de stangen van het ziekenhuisbed.”
Roos heeft haar opa’s hand gepakt en legt die op de stang van het bed.
“Ja, inderdaad, eens even recapituleren: hier zit Roos, en hier zit Rosalie, daar zit Sam en daar ergens zit Cyril.”
“Ja, precies opa,” zegt Sam, “je hebt een herseninfarct gehad.”
Pa wrijft met zijn hand midden over zijn hoofd en zegt: “Ik heb hier druk op mijn hoofd.”
“Als je veel last hebt,” zeg ik, “dan kun je van de verpleging een paracetamol krijgen.”
“Maar jongens, kunnen jullie even wat licht aandoen……”

Precies twee minuten heeft hij de tijd om te begrijpen wat er aan de hand is, want dan laat zijn geheugen hem in de steek. Dan weet hij al niet meer wat we gezegd hebben en moet hij opnieuw geïnformeerd worden over de situatie. Het is hartverscheurend om te zien hoezeer hij z’n best doet om te snappen wat er gebeurd is. En als hij ons kon zien was het makkelijker geweest. Dan had hij meteen gezien dat hij in een ziekenhuiskamer was. Mijn vader, de werktuigbouwkundige, heel goed in exacte vakken en logisch nadenken, worstelt met het resterende deel van zijn hersenen om alles op een rij te krijgen. En omdat we ons uiterste best doen om hem te helpen in zijn pogingen, blijven onze emoties uit. Die zullen straks thuis wel komen.

Was zijn gehoor maar uitgevallen, dat was al behoorlijk verminderd, maar nee, het is zijn visus. Hij ziet helemáál niets meer. Ik kijk naar zijn oren. Hij heeft geen hoorapparaat in. En toch lijkt het hem geen moeite te kosten ons te verstaan. Zou er meer bloed door de auditieve schors stromen, denk ik, nu een bloedprop de hele visuele schors afgesloten heeft?

Sam en Roos doen hun best om opa uit te leggen waar hij is en wat hem overkomen is. Het is best vermoeiend om elke twee minuten alles opnieuw uit te leggen. Het valt me op dat, ondanks dat Cyril niet veel zegt, mijn vader toch langer dan twee minuten onthoudt dat hij ook aanwezig is.

Gelukkig is Pandora naar huis. Vanochtend vroeg was ze er wel en begon ons direct te commanderen. “Cyril, kun je even een glas water halen.” En “Jullie moeten hier de hele dag blijven, het is wel jullie vader.” Helemaal wat ik verwacht had. Zolang ze er voordeel van heeft is ze van de partij, maar de lasten, die mogen anderen dragen. Ze zal wel een keer afhaken, dacht ik, en dat is eigenlijk een geluk bij een ongeluk.

Pandora is de elfde partner van mijn vader. Maar in de ranglijst van meest onuitstaanbare komt ze ergens bovenaan. Ze heeft veel overeenkomsten met voorgaande partners. Ze is geblondeerd en ook in de winter heel bruin. Ze heeft veel sieraden om en gaat deftig gekleed en… ze is uit op het geld van mijn vader. Het is een groot raadsel hoe mijn vader toch altijd aan dit soort vrouwen komt. Of niet natuurlijk, want ik weet ook wel dat ze met bosjes achter hem aan lopen. Hij is galant, fatsoenlijk, kan zich altijd beheersen, lacht veel en weet vaak een humoristische opmerking te plaatsen. Hij kan erg goed omgaan met vrouwen en, last but not least, hij is heel vrijgevig. Hij betaalt de etentjes, de drankjes, de weekendjes uit en goede doelen worden nooit vergeten.
Een verpleegkundige komt binnen en vraagt mijn vader of hij wat wil drinken.
“Een glaasje water alstublieft.”
“Ik zet het hier op uw nachtkastje, meneer.” Alsof mijn vader dat kan onthouden, denk ik. Als hij het kon zien, hoefde hij het niet te onthouden. OMG wat een trieste toestand is dit. Het is zondag 18 september 2015, Bevrijdingsdag hier in het zuiden. Maar nu niet, niet voor ons.
Roos heeft opa al drie keer laten drinken met een rietje, het doet hem goed. Dan komt er weer een verpleegkundige binnen die een paracetamol op het nachtkastje legt.
“Dit mag meneer nemen tegen de hoofdpijn.”
“Hij heeft nog niet geklaagd over hoofdpijn,” zeg ik, “alleen maar over druk op zijn hoofd.” “We zijn het liever voor,” zegt ze, “vaak neemt de pijn nog toe.” Cyril wisselt een korte blik met mij, staat op en loopt naar het raam. Ik ga naast hem staan en we kijken allebei naar de ingang van het ziekenhuis. Daar in die draaideur is mijn vader eergisteren onwel geworden. Ze hebben hem direct naar de eerste hulp gebracht en daar hoorde mijn vader iemand zeggen: “De hoofdwond?” “Nee, kijk hier, zijn hartslag is nog maar 23...”
Mijn vader vertelde me gisteren, kort na de operatie, dat hij gezegd heeft niet gereanimeerd te hoeven worden.
“Maar u moet geopereerd worden, meneer, zo snel mogelijk. U heeft acuut een pacemaker nodig.”
“Ik wil alleen geholpen worden als ik er weer goed uitkom.”
“Dan ga ik met mijn twee collega’s overleggen,” had de cardioloog gezegd.
Toen hij terugkwam had hij gezegd dat ze dachten hem goed te kunnen helpen. Het enige probleem was zijn medicijn, Pradaxa, dat bloedstolsels voorkomt. Dan moest je eigenlijk eerst wachten tot het bloed weer beter stolde, maar daar was geen tijd voor. “Er is een nieuw middel, Prescoagula, dat gaan we u geven, dan kunnen we u vanmiddag nog opereren.”
De ochtend na de opreatie had ik een stukje zelfgebakken appeltaart meegebracht. Mijn vader vond het heerlijk en we waren allebei blij dat de operatie zo goed gelukt was. Hij liet me zien waar zijn pacemaker zat en op de monitor zag ik een hele regelmatige hartslag. Kunstmatig aangedreven, maar prima om mee verder te leven.
“Je hebt een prima plek uitgekozen om onwel te worden, pa.”
“Ja, dat hebben er hier al meer gezegd.”
“Wat een geluk bij een ongeluk!”
“Als alles goed blijft gaan mag ik vanmiddag al naar huis, tenminste als ik niet alleen ben. En Pandora heeft al aangeboden dat ik bij haar mag logeren.”
Nee hè, dacht ik, niet bij Pandora, maar ze had het al geregeld, gehaaid als ze is.
“Pa, je moet goed opletten dat je deze medicijnen niet vergeet in te nemen, dit is antistolling. En als je hartslag niet rustig en regelmatig is, dan moet je aan de bel trekken. Weet je hoe je je hartslag meet?” Ik deed het voor en zei dat hij anders Pandora de tijd op moest laten nemen.
“Oh nee, dat kan ik beter zelf doen, zulk soort dingen moet je niet aan Pandora overlaten.”
En bij Pandora is het gebeurd. Dezelfde dag mocht hij mee naar huis met haar. Toen hij naar de wc wilde gaan, kon hij niets meer zien……
“Kom jongens, we gaan naar huis. We laten opa even met rust, misschien kan hij dan even een dutje doen, hij is al de hele nacht op.”
Ik leg zijn linkerhand, die ik al de hele tijd vastheb, weer terug op bed en strijk hem door zijn haar.
“Probeer even wat te slapen, pa, dan komen we straks weer terug.”
“Dat is goed meisje, maar kun je nog even de lamp aandoen…?”


Misschien vind je dit ook leuk :

Dit boek gaat niet over rozen

Albert Peelen

Keuzes

review:
*verplichte velden