Bregitte, het meisje uit Noord

Bregitte, het meisje uit Noord

Tai Kim Raymundo Lee


EUR 14,90

Formaat: 13,5 x 21,5
Pagina aantal: 152
ISBN: 978-3-99064-653-3
Publicatie datum: 04.07.2019
Bregitte Faro is een uitbundig Arubaans meisje dat in Nederland studeert. Ze geniet van haar vrijheid, maar die brengt haar soms ook in de problemen. Op de nationale feestdag van de Arubanen, wordt ze smoorverliefd op de serieuze Robert Croes, ook een Arubaan.



VOORWOORD

Het was in de maand februari van het jaar 2012.
Ik kon de slaap niet vatten en voelde dat er iets groots ging gebeuren in mijn leven. Het was tijdens een van die momenten dat ik in gedachten verzonken was, dat ik een visioen kreeg over het schrijven van een nieuw boek.
Diezelfde avond kreeg ik de inspiratie over de inhoud van het verhaal en kwamen de beelden bij me op van de verschillende personages, die centraal zouden staan in dit verhaal.
De volgende dag stond ik op en heb ik elk inspirerend moment op een klein stukje papier opgetekend. De daaropvolgende avond ben ik aan de slag gegaan met het schrijven, vol van fantasie, en zo ben ik de daaropvolgende tijd doorgegaan met het schrijven. Op sommige dagen had ik meer inspiratie en weer op andere dagen kreeg ik niets uit mijn vingers.
Ik heb een jaar gedaan over het schrijven van dit verhaal. Daarna volgde het herschrijven door verschillende personen die ik wil bedanken vanuit het diepste van mijn hart. Ik wil Onze-Lieve-Heer en de Heilige Maagd Maria bedanken die mij geïnspireerd hebben om dit geesteskind te produceren. Zonder God zou dit werk niet tot stand gekomen zijn.
Dit is het vijfde boek dat ik uitgeef. Het eerste boek Wij kunnen allemaal leren beschouw ik als een besteller. Hoewel het tweede boek Op moeders schoot niet zo bijzonder heeft verkocht, denk ik dat het met de tijd haar waarde toebedeeld zal krijgen. Mijn derde boek is getiteld Politiek, een roeping. Mijn vierde gepubliceerde boek is opgedragen aan onze kleintjes en is genaamd: Papa Ruben, de wijze uil, dat op de lokale markt goed is ontvangen.
Mijn meest recente boek Bregitte, het meisje uit Noord vertrouw ik hierbij toe aan onze lezers. Ik draag dit boek op aan onze allermachtigste God, de Heilige Maagd Maria en aan mijn echtgenote.

Mijn dank aan jullie allen voor jullie steun.

Atan Lee

Aruba



Lucienne was een rusteloos kind; een brutale driftkikker die op school al zo vaak straf had gekregen voor zijn onbehoorlijke gedrag. Hoewel hij pas elf was, wees alles erop dat hij hoogbegaafd was. Dit zou best de reden kunnen zijn voor zijn onhandelbare gedrag. Hij verveelde zich op school. Lucienne stond in groot contrast met zijn twee andere broers.
Jean Pierre, die dertien jaar oud was, was zachtmoedig, lief en het oogappeltje van oma Bernadette. Zijn jongste broertje Fermin van amper zes, werd duidelijk verwend door Robert, hun vader.
Bregitte, hun moeder, had hem hier meer dan eens, als ze alleen waren, op gewezen. Een punt dat zeker een rol speelde, was dat Lucienne alle aandacht van Bregitte kreeg. Eigenlijk verwende ze Lucienne stierlijk.

Thuis in het landelijke Noord, was het prettig vertoeven. Het minder spraakzame en rustige karakter van Robert was hier voor een groot deel debet aan. De man had bijna nergens commentaar op. Het ontbrak hem enigszins aan autoriteit als hoofd van het gezin.
Bregitte was verschillend van Robert. Vaak had zij het gevoel dat zij tegen de muren liep te praten. Met het verstrijken der jaren heeft Bregitte zich leren beheersen, want zoals zij zelf uiteindelijk toegaf: “het heeft geen zin je stembanden te vermoeien”.
Op school waren er constant klachten over Luciennes gedrag. Bregitte moest talloze keren onder werktijd in allerijl naar zijn school Santa Anna om het hoofd meneer Chin weer eens te woord te staan voor de veelvuldige keren dat Lucienne weer iets had uitgehaald.
Bovendien gedroeg Lucienne zich als een leider en sleepte de andere leerlingen vaak mee. Als hij het te bont maakte, kwam geregeld de hele klas door hem in opstand. Lucienne had het fysieke voorkomen van zijn vader Robert, en het karakter van zijn moeder.
Jean Pierre was weer een heel ander soort kind dat, hoewel hij in de puberteit zat, zijn ouders zelden hoofdbrekens bezorgde. Van binnen leek hij meer op zijn vader, terwijl zijn uiterlijk een combinatie van beide ouders was. Hij was lang, had gitzwart haar, wat de aandacht trok van enkele vriendinnetjes op het Colegio Arubano, waar hij in de brugklas zat. Jean Pierre behandelde zijn vriendinnen altijd met respect; persoonlijk en aan de telefoon, zonder dat veroveringsgedachtes bij hem opkwamen.
Lucienne was daarentegen al aan zijn tweede vriendinnetje toe. Volgens Bregitte was het typisch gedrag voor kinderen maar Lucienne was duidelijk de bink van de klas.
Hij speelde zelfs vaak de baas over Jean Pierre, eigenlijk zelfs over het gehele gezin met uitzondering van zijn moeder. Lucienne en zijn moeder lagen dan ook voortdurend met elkaar in de knoop.
Geregeld dreigde Bregitte dat ze hem een tik zou geven, want de jongen werd met de dag brutaler. Zover was het echter nooit gekomen.
Over Fermin viel nog weinig te zeggen want hij was net op de lagere school begonnen. Hoe ironisch het ook mocht klinken, op school paste Lucienne altijd goed op Fermin. Hij zorgde ervoor dat hem niets overkwam.
Toen Bregitte weer eens een keer moest komen opdraven voor een van Luciennes problemen, ontstond er onenigheid tussen Bregitte en Robert. Bregitte had er haar buik van vol en zei dat ze het verder wilde uitpraten als de kinderen sliepen.

Lucienne hoorde dit en maakte zich zorgen. Hij besloot naar zijn kamer te gaan, maar hij wilde per se weten wat zijn moeder te vertellen had.
Tijdens het avondeten was het stil aan tafel. Gewoontegetrouw bad Robert voor het eten. Robert was een godvrezend mens, die zijn kinderen van kleins af aan had leren bidden. Ze gingen ook samen naar de kerk en baden gezamelijk voor het eten en voor het slapen gaan.
Lucienne verloor zijn moeder geen moment uit het oog. Hij wilde elk signaal opvangen. Tevergeefs echter, want Bregitte was bijzonder goed in het camoufleren.
Voor het eerst viel het Lucienne op dat zijn vader een beetje verdrietig was en die avond nauwelijks at.
Jean Pierre vroeg zijn vader waarom hij niet at, maar Robert zei alleen dat hij zich niet zo lekker voelde.

Robert had een naar voorgevoel. Er was immers nooit eerder enige stemverheffing tussen hem en zijn vrouw geweest. Het lag niet in zijn aard om ruzie te maken. Zelfs niet te discussiëren. Zo was hij nu eenmaal. Hij zag erg op tegen het gesprek en vreesde zelfs een fatale afloop. Hij kreeg geen hap door zijn keel door deze situatie.

Het was de eerste keer dat Lucienne rustig was aan tafel; dit tot grote verbazing van iedereen. Meer dan eens vroeg Bregitte of hij zich wel goed voelde.
Zelfs Robert viel het vreemde gedrag van Lucienne op en hij uitte ook zijn bezorgdheid, maar Lucienne omsloot zich in een hardnekkig stilzwijgen.

Het werd bedtijd.
Zoals gewoonlijk bad Robert in aanwezigheid van Bregitte met de
drie kinderen. Lucienne vroeg aan zijn vader om extra voor hem te bidden, maar legde niet uit waarom.
Bregitte mompelde met een lang gezicht dat dit zeker nodig was, wat
Lucienne nog nerveuzer maakte.

Lucienne en Fermin sliepen samen in één kamer, terwijl Jean Pierre sinds zijn twaalfde alleen sliep.
Voor het slapen gaan, pestte Lucienne zijn kleine broertje altijd. Bregitte moest dan ook altijd orde op zaken komen stellen. Vanavond was dit echter niet nodig. Fermin vond dit zelf erg vreemd, maar viel al snel in slaap.
Lucienne was met zijn oren open aan de deur van de kamer gekluisterd. Zijn kamerdeur grensde aan de zitkamer waar zijn ouders altijd zaten te lezen of naar het nieuws keken.
Lucienne hoorde zijn moeder zeggen dat zij iets serieus te bespreken hadden, maar dat zij eerst zou gaan kijken of de kinderen al sliepen.
Lucienne sprong terug in bed en hield zich slapende.
Nauwelijks had zijn moeder de deur weer achter zich dichtgetrokken, of hij sprong op om zijn oren weer tegen de deur te persen. Hij kon horen dat zijn moeder huilde, en met verdrietige stem aan zijn vader vertelde wat hij weer eens op school had uitgespookt.
Zijn moeder vertelde dat ze hier niet meer tegen kon. Niet tegen de onhebbelijkheden van Lucienne, maar ook niet tegen de lamlendige houding van Robert: een Lucienne die met de dag onuitstaanbaarder werd en een Robert die nooit enige poging ondernam om hier iets aan te doen.
“Alles komt op mijn schouders terecht. In ben het meer dan zat,” gooide zij eruit.
Het ging zelfs zo ver dat Bregitte Robert voor de keus stelde: als hij zijn slappe houding niet zou veranderen, zou ze van hem scheiden en zou ze hem en Lucienne verlaten. Voor het eerst hoorde Lucienne dat zijn vader zijn stem verhief en luid terugsprak. Hij huilde zelfs.
Lucienne begon ook te huilen. Met zijn gezicht in het kussen gedrukt, zodat de anderen hem niet zouden horen, snikte hij het uit.
Hij hoorde een portier dichtslaan en een auto starten. Een van zijn ouders had het huis verlaten. Lucienne wist niet wie weg was gelopen en hij huilde van verdriet op zijn bed.
De hele nacht kon hij niet slapen. Het was voor het eerst dat hij zijn vader zo luid en zo hard had horen praten. Wat hem nog verdrietiger maakte, was dat ze allebei huilden. Om hem!
Pas veel later die nacht hoorde Lucienne de auto weer. Het portier werd zachtjes dichtgeslagen en hij hoorde iemand het huis binnengaan. Lucienne kon de stem van zijn moeder weer horen.
Zijn vader zei een hele poos niets. Daarna zei hij tegen zijn moeder dat als ze werkelijk wilde scheiden, dat ze dat dan zouden doen en dat hij bereid was de zorg voor zijn zoon Lucienne op zich te nemen.
Die nacht leek wel een eeuw te duren voor Lucienne en ondanks zijn jonge leeftijd was hij vastbesloten met zijn vader en moeder te praten.

Elke ochtend moest Bregitte een enorme dosis geduld opbrengen om Lucienne wakker te krijgen opdat hij naar school zou gaan. Vanochtend was hij echter als eerste klaar. Zijn moeder was stomverbaasd.
Aan tafel was Lucienne nog stiller dan gisteren. Dat deed vreemd aan. Bij de deur zei Lucienne tegen zijn ouders dat hij iets met ze wilde bespreken en dat hij zich niet goed voelde en niet naar school wilde gaan.
Robert bracht gewoonlijk Jean Pierre naar school; Bregitte de andere twee.
Bregitte wilde hier in eerste instantie niets van weten, maar Robert hield vol dat ze naar hun zoon moesten luisteren.
Alleen Lucienne wist wat er onderling broeide, want alles leek heel normaal tijdens het ontbijt. Hij bleef thuis op zijn ouders wachten en de tranen kwamen weer. Hij was ontroostbaar.
Even later waren zijn ouders weer thuis. Eerst zijn moeder, want die hoefde niet zo ver uit de buurt te gaan. Zijn vader moest helemaal naar de stad rijden om zijn oudste broer weg te brengen.
Bregitte keek verbaasd toen ze binnenkwam en Lucienne zag huilen. Onverhoopt barstte ook zij in tranen uit.
Toen zijn vader thuiskwam, rende Lucienne naar hem toe en viel hem om de hals. Samen liepen ze naar zijn moeder toe. Hij smeekte zijn vader om niet van zijn moeder weg te gaan. Hij vertelde ze wat hij de vorige avond had opgevangen en beloofde verandering. Hij zou echt een ander kind worden.
Uit zijn woorden kon je opmaken dat Lucienne een pienter jongetje was. Hij was kranig en had moed getoond in zijn beslissing om met zijn ouders te praten.
Dit was dan ook de eerste keer dat zijn vader zijn hart blootgaf en zijn zoon vertelde wat ze allemaal hadden moeten doorstaan voordat ze met elkaar konden zijn.

Er heerste weer rust in de huiselijke kring van de familie Croes. Alles wees erop dat Lucienne werkelijk op weg was een ander kind, een ander mens, te worden.
Bregitte en Robert dachten met weemoed terug aan de heerlijke tijden van vroeger en waanden zich een gelukkig paar. Ze besloten Lucienne te vertellen hoe hun leven was geweest. Hoe ze elkaar ontmoet hadden en wat ze niet allemaal gedaan hadden om een mooi gezin te vormen en hun kinderen goed op te voeden.
“Misschien dat Lucienne hier lering uit kan trekken,” zeiden ze hoopvol tegen elkaar. Er was geen beter moment dat dit.
Ademloos, met sterren in de ogen en soms met rode koontjes, luisterde Lucienne naar het verhaal van zijn ouders...

Bregitte was afkomstig uit Noord. Haar meisjesnaam was Faro, een
typische naam uit deze omstreken.
De familienaam van Robert was Croes, uit Santa Cruz, waar - hoe kan het anders - de meeste Croesfamilies vandaan komen.
Toen Bregitte nog op Colegio Arubano zat, was Robert haar weleens opgevallen, maar deze ontmoeting deed de kokette Bregitte absoluut niets.
Zij was ook Robert nauwelijks opgevallen. Voor hem kwam zijn studie op de eerste plaats. Bregitte had ook niet echt indruk op hem gemaakt. Afgezien daarvan was hij zeer verlegen en teruggetrokken.
Ze studeerden tegelijk af aan het Colegio Arubano en vertrokken met de groep studenten naar Nederland om daar verder te studeren. Bregitte ging in Den Haag en Robert in Groningen studeren. Ze waren best een behoorlijk eind van elkaar vandaan.

Misschien vind je dit ook leuk :

Bregitte, het meisje uit Noord

Len van der Hoeven

De Wereld volgens Daan

review:
*verplichte velden