Known Unknown: bekende en onbekende vrouwen

Known Unknown: bekende en onbekende vrouwen

Esther Slagter - van 't Land


EUR 16,90

Formaat: 18 X 27
Pagina aantal: 112
ISBN: 978-3-99107-614-8
Publicatie datum: 10.05.2021
Inspirerend, luchtig beschreven en kleurig geïllustreerd, laat Known-Unknown, bekende en onbekende vrouwen, het leven zien van vrouwen die zich los wilden maken van taboes en andere beperkingen.
KNOWN -UNKNOWN
Bekende en onbekende vrouwen





Esther Slagter - van ’t Land



Inhoud
Inleiding 4
‘I’m every woman’ 4
Me and myself 5
Mata Hari 6
Sheherazade 10
Eva 11
De min 13
La veuve Clicquot 14
Anne Bonny 16
Susanna du Plessis 17
Berthe Morisot 20
Elisabeth Samson 22
Jeanne d’Arc 25
Maria 27
Joséphine de Beauharnais 28
De multitasker 30
Kaatje 31
De heks 32
De wasvrouw 34
Maxi Linder 36
Emmeline Pankhurst 38
Coco Chanel 40
Mary Tuke 42
Maria Sibylla Merian 44
Rosa Parks 46
Grandma 47
Jane Goodall 48
Peggy Guggenheim 50
Troostmeisje 51
De boze fee 53
Frida Kahlo 55
Kindbruidje 57
Malala Yousafzai 58
De schuldige 59
Titia Bergsma 60
Geisha 62
Jane Austen 64
Geraadpleegde literatuur 66



Inleiding
Wij beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend: dat alle mensen als gelijken worden geschapen, dat zij door hun schepper met zekere onvervreemdbare rechten zijn begiftigd, dat zich daaronder bevinden het leven, de vrijheid en het nastreven van geluk.
Thomas Jefferson, Declaration of Independence - 4 juli 1776

‘I’m every woman’
Lees eerst de brieven die door de wind en de regen worden verstuurd of kijk met je vrienden of naasten naar de regen, want dat moment stroomt weg.
Esther
Het verhaal van Known-Unknown, van bekende en onbekende vrouwen, wil, op lichtvoetige wijze, een schets laten zien van vrouwen die in geschiedenisboeken genoemd worden maar ook van vrouwen die we slechts uit verhalen kennen.
Bekend of onbekend, blank of zwart, geschoold of ongeschoold, oud of jong, het leven van veel vrouwen overal ter wereld geeft ons een kijkje in onze relatie tot elkaar en tot de natuur. I’m every woman.
In de natuur is er een bepaald evenwicht tussen dag en nacht, licht en donker, zomer en winter, droogte en regen. Man en vrouw zouden ook in evenwicht met elkaar moeten leven. Dat kan alleen als ze gelijkwaardig aan elkaar zijn, als de vrouw als gelijke van de man wordt geaccepteerd. Daarom moet de onderdrukking van vrouwen ook gezien worden als een onevenwichtige manier van omgaan met de natuur, met het leven.
De wereld is constant in beweging, oude regels kunnen veranderen. Vrouwen rammelen aan de poorten om gelijke rechten en lonen als mannen te krijgen. Iedere vrouw zou de dag moeten kunnen plukken, haar leven in eigen hand kunnen nemen.
I’m every woman.




Me and myself

De spiegel
Kijken naar bekende en onbekende vrouwen in de geschiedenis, vrouwen van wie we heel vaak geen afbeelding hebben en van wie we niet weten hoe ze eruitgezien hebben, weerspiegelt een persoonlijke kijk op de persoon, en geeft een beeld dat niet per se waarheidsgetrouw hoeft te zijn.
Door in die niet bestaande spiegel van de historie te kijken krijgen we een ongelofelijke creatieve vrijheid, de vrijheid om als kunstenaar te spelen met de werkelijkheid en die al schilderend, met naald en draad, naar onze hand te zetten.
Het gaat daar niet om ‘spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van het hele land’, maar om een persoonlijke spiegel waarin je een bekende of onbekende vrouw reflecteert.
Het is daarbij niet de bedoeling dat vrouwen zich door hun spiegelbeeld bekeken voelen of ze tot een bezienswaardigheid te reduceren.
Het is een beeld van vrouwen dat bedoeld is om te vertellen dat ze bestaan hebben en nog bestaan, hoe ze er dan ook uitzien, arm of rijk, blank of zwart, jong of oud, geschoold of ongeschoold. Het maakt deze vrouwen zichtbaar en laat zien dat ze er zijn en dat hun bestaan de moeite waard is, want gelukkig zijn met het feit dat je er bent is voldoende om over het leven na te denken.
De eenvoudige woorden van Toon Hermans zeggen misschien wel waar het echt om gaat: ‘Het is niet wie je bent, het is niet wat je bent, maar ’t is zo zalig dat je er bent.’

[image04.jpg]

Mata Hari
1876 -1917
Vuur!!! Feu!!!
De donkerharige Margaretha Geertruida Zelle hield niet van de waarheid en was dol op mannen met geld. Ze werd op 7 augustus 1876 geboren in Leeuwarden waar haar vader een hoedenwinkel had. Hij aanbad zijn dochter en zorgde ervoor dat het meisje privélessen in de Franse, Duitse en Engelse taal kreeg. Margaretha, Griet, Greta waren de namen die het verwende meisje zichzelf gaf. Ze zag er goed uit, was intelligent en sprak toen ze volwassen was vijf talen vloeiend. Niet dat ze zich uitgeput had in studeren, haar hoofd stond naar andere zaken, maar ze bezat van nature een groot gevoel voor toneelspel, talen en voor dansen.
De hoedenzaak van haar vader ging failliet en hij kon zijn geliefde dochter niet langer geven wat het meisje verlangde. Voor de jonge Margaretha was dat niet te verdragen, bovendien veroorzaakten de financiële zorgen grote spanningen in het huwelijk van haar ouders. De spanningen in het gezin liepen zo hoog op dat een echtscheiding volgde.
Margaretha werd bij verschillende familieleden ondergebracht. Aangezien ze al jong een flirt was die snel de aandacht van mannen wist te trekken, ook van de directeur van de school waar zij opgeleid moest worden tot kleuterleidster, bezorgde dat haar familie de nodige kopzorgen. Tot overmaat van ramp maakte de directeur avances en omdat die veel verder gingen dan wat gepast was, werd Margaretha op haar 16e van school gehaald. Daarmee waren de problemen niet opgelost, Margaretha gaf ook veel geld uit en haar familieleden konden de vele mooie jurken die ze kocht niet betalen.
Het saaie, armoedige leven bij haar familie beviel haar totaal niet en ze was niet van plan haar leven zo kleurloos en saai te laten verlopen. Via een contactadvertentie leerde de avontuurlijke Margaretha de twintig jaar oudere militair Rudolf McLeod kennen. Hij stamde uit een oud Schots geslacht, wat hem een zekere status gaf.
Margaretha verlangde naar vrijheid, naar een leven vol rijkdom en avontuur. Ze bekende dat ze een voorliefde voor uniformen had en het strakke donkerblauwe uniform met de goudkleurige knopen stond de charmante Rudolf goed. Margaretha zag een gouden toekomst voor zich en verloofde zich binnen een week met de flamboyante Rudolf. Binnen drie maanden was het jonge stel getrouwd. Hij was erg ervaren in de omgang met vrouwen en hij leed aan syfilis. Zij was jong, dolverliefd en wist dat niet. Net als haar man was Margaretha een goede ruiter en paardenliefhebber. Het leek een aardige combinatie, zij met haar Rudolf. Maar haar geliefde was dol op drank en vrouwen, had een agressieve kwade dronk, gaf altijd meer uit dan hij verdiende en maakte veel schulden. Een erfenis zou zijn problemen op kunnen lossen.
De jonge Margaretha had van haar overleden moeder een bedrag van 10.000 gulden geërfd. Omdat vrouwen in die tijd volgens de wet niet handelingsbekwaam waren en Margaretha minderjarig was, beheerde Rudolf haar geld, dat wil zeggen, hij vergokte haar geld en betaalde wat van zijn schulden af. Zij kon zich niet financieel redden en Rudolf hield haar kort, wat de veeleisende Margaretha totaal niet beviel.
Toen Rudolf in 1897 naar Nederlands-Indië moest om daar in het leger te dienen, was Margaretha heel enthousiast. Het avontuur lonkte, ze wilde weg uit het bekrompen, grauwe Nederland en verheugde zich op de lange zeereis naar Java en het leven in een onbekend land waar ze als vrouw van een hoge officier in een prachtig huis met een brede veranda zou wonen, bedienden zou hebben, uitgenodigd zou worden op mooie feesten en heerlijk zou kunnen doen en laten wat ze wilde.
Het paar vertrok met hun drie maanden oude zoon Norman naar Nederlands-Indië waar ook hun dochter Louise werd geboren.
Margaretha was mooi met haar grote donkere ogen, donkere krullen en welgevormd lichaam. Het genieten kon beginnen. Margaretha flirtte en danste met andere hoge officieren. Alles leek zo aardig maar de drankzucht en de agressie van de jaloerse Rudolf maakten het toch erg ingewikkeld. Ze werd tot overmaat van ramp door hem besmet met de gevreesde ziekte syfilis die niet te genezen was omdat er in die tijd geen penicilline bestond. De pijnlijke huiduitslag, het gevolg van die ziekte, werd met kwikpoeder behandeld. Tot overmaat van ramp werden beide kinderen met een aangeboren vorm van syfilis geboren en leden veel pijn. Margaretha was diepbedroefd toen haar zoon Norman jong stierf. Als doodsoorzaak werd niet de aangeboren syfilis genoemd, dat zou een publieke schande zijn. Liever vertelde men het verhaal dat het jongetje door een baboe die voor hem moest zorgen, vergiftigde rijst te eten had gekregen omdat die het niet kon verkroppen dat haar man, een inlandse soldaat, in functie was verlaagd.
Het huwelijksleven viel Margaretha tegen en ze verveelde zich. Daarom ging ze toneelspelen en ingewikkelde Javaanse dansen leren. Ze was erg ongelukkig door het gewelddadige optreden van de vaak dronken Rudolf die haar ten overstaan van de bedienden uitschold, sloeg en bespuugde.
Het leven met Rudolf was ondraaglijk, daarom scheidde ze in 1902 van haar man. De rechtbank stelde Margaretha volledig in het gelijk en dochter Non werd haar toegewezen. Echtscheiding was in die tijd een taboe, een grote schande. Omdat Rudolf de alimentatie niet betaalde kon Margaretha zich financieel niet redden. Ze liet de met syfilis besmette Non bij haar vader achter en vertrok straatarm naar Parijs.
Wat had ze naar Parijs verlangd, naar de Parijse elegantie, naar mooie kleding, sieraden, anijslikeur, de Moulin Rouge en de Folies Bergère. Ze verlangde bovenal naar vrijheid. De ontgoocheling was groot toen ze merkte dat niemand in Parijs op haar zat te wachten en dat ze er slechts in de seksbranche als prostituee werk kon vinden.
De goed uitziende Margaretha, die het met de waarheid niet altijd even nauw nam, droomde van een heel ander leven, ze wilde meer. Met haar slanke, lange gestalte en haar weelderige vormen wist ze mannen te boeien en geld van hen te krijgen. Ze vertelde in Parijs allerlei spannende verhalen, bijvoorbeeld dat ze op Java was geboren. Als een oosterse priesteres voerde ze mysterieuze dansen uit waar de Parijzenaars ademloos naar keken. In zeven extreem doorzichtige gewaden danste ze zogenaamde ‘heilige dansen’ die ze in Indië geleerd zou hebben. Ze danste langzaam en gracieus op de tonen van de gamelan, het was in feite een stripteasevoorstelling in luxe gelegenheden.
De door haar gekozen naam Mata Hari betekent in het Maleis ‘oog van de zon’. De gamelanmuziek en de zwoele geuren die ze bij haar wulpse dansen gebruikte, maakten alles nog exotischer waardoor Mata Hari een enorm theatersucces en de meest begeerde vrouw van Parijs werd.
Margaretha besefte heel goed dat mensen niet zozeer naar haar dansen kwamen kijken maar voor haar naaktheid kwamen. Haar zeven rode, gele en groene sluiers en de met gouddraad versierde sarongs werden tijdens het dansen een voor een afgelegd. Mooi belicht en met mysterieuze wierookdampen omringd stond ze zonder gêne spiernaakt, slechts met mooie juwelen behangen, op het toneel. Parijs genoot van haar, ze maakte furore en het leverde haar veel geld en rijke minnaars op.
Ze trad niet alleen in Parijs op maar kreeg ook uitnodigingen om in Wenen, Berlijn, de Scala in Milaan, Madrid, Monte Carlo en Egypte te komen dansen. Overal had ze invloedrijke minnaars. Zo schonk haar Duitse minnaar Kiepert haar een afscheidscadeau van omgerekend 900.000 euro. Dat leven beviel haar erg goed. Koffers vol tafelzilver, mooie hoeden en jurken, mantels die met bont afgezet waren, alles kon de eens straatarme Margaretha zich veroorloven.
Mata Hari was intelligent, sprak verschillende talen en sliep met zeer veel mannen. Het maakte haar niet uit of het Franse, Duitse of Russische hoge officieren waren, ze was gul met haar liefde als ze maar gul betaald werd. Ze verdiende een fortuin maar gaf het ook roekeloos uit aan kleding en juwelen.

Misschien vind je dit ook leuk :

Known Unknown: bekende en onbekende vrouwen

Linda Wolf

Mijn negatieve identiteit

review:
*verplichte velden