Fietsreis van Eindhoven naar Singapore

Fietsreis van Eindhoven naar Singapore

Angela Viljeer


EUR 20,90

Formaat: 13,5 x 21,5
Pagina aantal: 284
ISBN: 978-3-99107-120-4
Publicatie datum: 19.08.2020
Dit boek is zowel een persoonlijk verslag van een vrouw van middelbare leeftijd die haar midlifecrisis overwint als een reisverslag over de mooiste plekjes langs eeuwenoude wegen in Europa, Turkije en Azië. Dertig prachtige foto’s maken het beeld compleet.
Mijn midlifecrisis – een fietsreis van Eindhoven naar Singapore

Misschien een vreemde titel om mee te beginnen, maar dit is wel de directe aanleiding om mijn baan op te zeggen, op de fiets te stappen en in een jaar tijd naar de andere kant van de wereld te fietsen.
Ik zal beginnen met mezelf voor te stellen. Hallo, ik ben Angela, 45 jaar jong en in de bloei van mijn leven. Het is niet altijd even makkelijk geweest, maar ik heb een positieve instelling en probeer er het beste van te maken. Als klein kind ben ik nogal gepest en dat heeft me al vroeg gevormd. Ik heb geleerd voor mezelf te zorgen en niet afhankelijk te zijn van een vriendengroep of van wat anderen vinden. Gelukkig ben ik uitgerust met veel doorzettingsvermogen en een optimistische kijk op het leven.
Echte vriendinnetjes heb ik op de lagere school niet gehad. Halverwege de vijfde klas (dat heet tegenwoordig groep 7), zijn we verhuisd van een klein dorp naar een veel grotere plaats. Op mijn oude school zaten in totaal ongeveer net zoveel kinderen als in mijn nieuwe klas alleen. Dat was flink wennen. Wat wel heel fijn was, was dat ik opging in de massa en gedurende anderhalf jaar alles eens goed kon bestuderen. Hoe gaan andere kinderen met elkaar om en hoe word je niet gepest. Ik was gewend dat, zodra iemand achter je langsliep, je een stomp of een trap kreeg. Nu gebeurde dat niet meer en kon ik heerlijk mezelf ontdekken, hoewel het meer als uitvinden voelde.
Vanaf de eerste dag op de middelbare school had ik besloten een rol te spelen. Iemand die niet gepest werd en wel meedeed met de rest. Uiteraard wel op mijn voorwaarden. Ik was nog steeds verlegen en durfde niets te zeggen in de klas, maar had mijn uiterlijk wel aangepast. Ik fietste met een aantal vriendinnen elke dag van Houten naar Utrecht en langzaam werd deze rol me ook echt eigen. Nooit heb ik de behoefte gehad om “erbij te horen” of mee te lopen in een groep.
Muziek was mijn passie en in de tweede klas van de lagere school heb ik een jaar blokfluit en klokkenspel gespeeld. Daarna heb ik gekozen voor een sopraansaxofoon en ben gaan spelen bij de fanfare. Ik was nog zo klein en kon de sax niet goed baas, op mijn knietjes voor het bed heb ik mijn eerste oefenuurtjes doorgebracht. Na de verhuizing naar Houten ben ik bij de plaatselijke fanfare KNA (Kunst Na Arbeid) gaan spelen. Ik mocht meteen in het grote orkest, eigenlijk als enig kind. Het voelde goed, alhoewel ik me nog niet echt durfde te laten horen. Vrij snel volgde de jaarlijkse leerlingenuitvoering en had mijn leraar het idee vier saxofonisten bij elkaar te zetten – een heus saxofoonkwartet. Dat was echt een gouden greep. Het klikte goed en hoewel de anderen een stuk ouder waren, hebben we samen in de jaren die volgden de grootste lol gehad en heel veel meegemaakt.
Ondertussen ontwikkelde ik mijn eigen stijl qua kleding; ik wou er graag anders dan anderen uitzien. Geen spijkerbroek, maar een beetje rebels. Op de middelbare school het Boni (mijn school in Utrecht) zaten voornamelijk “kakkers” en was het merkkleding dat de klok sloeg. Ik vond het leuk om er totaal anders dan anders uit te zien en maakte vaak mijn kleding zelf. Tijdens mijn middelbare schoolperiode ben ik mezelf geworden en heb het pesten achter me kunnen laten.
Ik was inmiddels zestien en had mijn havodiploma op zak, maar wat wil je dan worden? De eerste keus was saxofonist, maar daar kan je niet echt je brood mee verdienen. Dan maar iets met kleding. Ik was nog te jong om te weten wat ik met de rest van mijn leven wilde. Ik ben naar het mbo Mode & Kleding gegaan. De eerste week wist ik al dat dit niks voor mij was. Maar wat dan wel? Daar had ik geen antwoord op. Vandaar dat ik braaf deze opleiding heb afgemaakt. Dat gaf mij nog drie jaar de tijd om erachter te komen wat ik wel wilde.
Deze drie jaren waren wat minder leuk. Ik had niet veel aansluiting op school, de mentaliteit was behoorlijk anders. Als voorbeeld haal ik een episode uit een les aan. Regelmatig waren er modeshows waar leerlingen de zelf ontworpen en gemaakte kledingstukken lieten zien. Tijdens de les keken we naar een opname van de laatste modeshow. Eén van de modellen toonde haar eigen rok. Nu had ze een maatje meer en de meiden in de klas gingen erop. Ik zal de scheldwoorden weglaten, maar het was niet netjes wat ze over deze leerlinge zeiden. Mijn reactie daarop werd me niet in dank afgenomen. Ik zei dat ik het juist enorm moedig van haar vond dat ze meeliep en haar eigen ontwerp toonde. Zeker op een school als dit waar deze reacties te verwachten waren. Ik kreeg applaus van de leraar maar bleef me een buitenbeentje voelen.
Na drie jaar had ik het papiertje gehaald en kon ik door naar het hbo. Ondanks mijn negentien levensjaren, ben ik meteen in Eindhoven op kamers gegaan. Ik heb een heerlijke studententijd gehad. Eindelijk mensen om me heen die mijn humor begrepen en interessante gespreksonderwerpen hadden. Ik kwam helemaal tot bloei.
Tijdens mijn studie had ik ook een vriendje gekregen. Hij leek fantastisch en al vrij snel trokken we bij elkaar in. Helaas bleef het “en we leven nog lang en gelukkig” uit. Hij had wat vreemde trekjes en ontpopte zich anders dan hij zich had voorgedaan. Ik voelde me zeer beperkt en wist dat er psychologische spelletjes met me gespeeld werden. Daarom ben ik na een half jaar halsoverkop vertrokken. Eerst kon ik nog een paar weken in het appartement van een collega blijven, zodat ik mijn werk af kon maken. Het was “maar” een uitzendbaan, maar ik wilde deze wel netjes achterlaten. Daarna ben ik bij mijn ouders op het terrein in een zomerhuisje in Beekbergen gaan wonen.
Ook in Beekbergen ben ik meteen bij de muziek gegaan, bij PJB (Prinses Juliana Beekbergen) deze keer. Mijn vader had dit voor mijn komst al geregeld, en het beviel uitstekend. Op de tenorsaxofoon en ook maar meteen bij de boerenkapel. Hier heb ik mijn man leren kennen en na een tijdje verkering hebben we samen een huisje in Apeldoorn gekocht. We wilden graag kinderen en, ouderwets als ik ben, zijn we eerst getrouwd.
Helaas bleef een zwangerschap uit. Maand na maand teleurstelling totdat ik voldoende moed bij elkaar had geraapt om langs de huisarts te gaan. Dit is het begin van de MMM – de Medische Malle Molen – zoals dat bij lotgenoten genoemd wordt. Eerst iedere dag temperaturen, regelmatig bloed prikken, om een paar maanden later doorverwezen te worden naar gynaecologie. Weer allerlei onderzoeken en blijven proberen. De volgende stap was met hormoonpilletjes de cyclus stimuleren. Na een paar maanden bleek dat dit ook niet werkte.
Ondertussen werd ik (weer) opgeroepen voor een uitstrijkje. De eerste keer was het niet goed en had ik medicijnen gekregen, en na zes maanden werd het uitstrijkje herhaald. Deze keer kreeg ik met een week een brief thuis dat het onderzoek opnieuw moest. Het was de voorbode van “het is echt mis”. Ondertussen was ik gepromoveerd van hormoonpillekes naar iui (intra-uteriene inseminatie): met hormonen spuiten en heel veel meer bijwerkingen.
Tussendoor kwam de boodschap dat het niet goed was en er een tumor weggehaald moest worden uit de baarmoederhals. Dat verwacht je op je 29ste niet. Zeker niet als je al een paar jaar probeert zwanger te worden. Gelukkig dat we die kinderwens hadden, nu waren we er op tijd bij. Anders was het vast te laat ontdekt.
Na een vervelende periode probeerden we weer zwanger te raken. Na drie iui-pogingen werden we verder gepromoveerd naar ivf. Omdat de iui-pogingen niet lukten, ook niet met de maximale dosis hormonen, werd ivf een zwaar traject. Eerst werd de cyclus stilgelegd om daarna de boel te stimuleren. Dit resulteerde in twee maanden per poging veel rotzooi spuiten en geen resultaat. Het doek viel definitief, er zullen geen kinderen komen.
Hier had ik natuurlijk al wel rekening mee gehouden, maar toch kwam de klap hard aan. Onder het motto: niet zeuren maar poetsen, had ik plan B al klaarliggen. Ik wilde graag terug naar Eindhoven. In Apeldoorn had ik mijn draai nooit echt kunnen vinden, terwijl ik me in Eindhoven als een vis in het water voelde. Ruim 100 km kunnen een groot cultureel verschil maken. Omdat we met z’n tweetjes zouden blijven, was het een verstandige keuze een groot huis te kopen. Een goede investering voor later.
Nieuw werk was zo gevonden en ook een mooi huis was snel gekocht. Lekker opbouwen en verder gaan. Zo voelde het niet. Ik voelde me enorm in de steek gelaten door mijn eigen lichaam. Ik voelde me mislukt en vrouwonwaardig. Gewoon doorgaan lukte niet. Tegelijkertijd voelde ik me enorm gelukkig dat ik er nog was en de kanker had overwonnen. Het voelde als doorleven in geleende tijd. Daar moest ik echt het maximale uithalen. Hier had ik toch een paar sessies bij een ervaringspsycholoog voor nodig. Ze heeft me een aantal handvatten gegeven om hiermee om te kunnen gaan.
Ondertussen zat ik in een eenzaam huwelijk. Mijn man leefde in zijn eigen wereld en daar kwam ik maar zelden in voor. Ik voelde me steeds eenzamer en onbegrepener. Wat voor mij het allerbelangrijkste is: als het erop aan komt, moet je er voor elkaar zijn. Het werd me steeds duidelijker dat hij er niet voor mij zou of kon zijn.
De druppel was toen ik mijn hoofd flink gestoten had en een hersenschudding te pakken had. Bij de constatering ‘ik denk dat het een hersenschudding is’ bleef het. Ik was niet in staat voor mezelf te zorgen. Uiteindelijk is het goed afgelopen, maar dat was meer geluk. Ik ben gaan slapen en de volgende dag ben ik langs de eerste hulp gereden. Daar werd bevestigd dat het om een hersenschudding ging. Ik heb de patiëntenfolder naar mijn man doorgemaild en gevraagd er rekening mee te houden. Dat viel tegen, ik werd gewoon geacht voor het huishouden te zorgen. Na een week, toen het wat beter met me ging, ben ik de confrontatie aangegaan. Zijn reactie was: ‘Maar je hebt me helemaal niet gezegd dat ik je naar het ziekenhuis moest brengen.’ En dat was dat, dan sta je echt met een mond vol tanden.
Voor mij restte er maar één ding: echtscheiding. Ik zat er al jaren over te dubben, maar ik had voor familie, vrienden en God beloofd ‘tot de dood ons scheidt’. Dat is niet iets waar ik maar zo op terugkom. Het was overduidelijk dat als mij iets overkwam, mijn man me voor zijn ogen liet creperen. Voor mij echt onacceptabel. Ik zag in zijn ogen dat hij dat niet expres deed, maar dat maakt onder de streep niks uit. Tijdens het hele scheidingsproces heb ik met veel mensen gesproken en kwam tot de conclusie dat hij weleens wat autistisch kon zijn. Ik heb hem deze gedachte verteld, niet om hem na te trappen, maar om hem hiermee te willen helpen. Zijn reactie was: ‘Ik denk ook dat ik autistisch ben.’ En daarmee was de kous af.
We hebben samen één mediator in de arm genomen en de scheiding netjes voor elkaar geregeld. Een half jaar nadat de woorden ‘ik wil scheiden’ waren gevallen, was het helemaal rond. De rechtbank had haar goedkeuring gegeven en ik had een ander huisje gekocht. Het oude huis stond te koop en daar zou hij zolang nog blijven wonen.
Daar zat ik dan, alleen in mijn nieuwe huisje. In de steek gelaten door mijn lichaam, zonder partner. En ach, wat moest een man met mij. Ik kon geen kinderen krijgen en werd ook nog eens serieus ziek. Ik besloot alleen verder te gaan. De eerste jaren waren meer een kwestie van overleven. Ik had mijn lidmaatschap bij de muziekvereniging opgezegd. Mijn ervaring was dat je snel weer gekoppeld zou worden, of dat potentiële kandidaten zich zouden aanmelden. Daar kon ik op dat moment absoluut niet tegen.
Na een jaar durfde ik het aan een cursus hiëroglyfen lezen te beginnen in Leiden. Lekker ver weg en anoniem. Hier kon ik mijn passie uit mijn kindertijd weer nieuw leven inblazen. Het overleven veranderde langzaam in leven. Toch durfde ik niet verder te gaan. Ik bleef op de kruising staan en zette niet de volgende stap.
Een vriendin had net haar man verloren en vroeg of ik mee zou willen fietsen naar Santiago de Compostella. Ik zei meteen en vol overtuiging ja. Al vijftien jaar had ik geen fiets meer, maar dat weerhield me nergens van. Eerst veel lezen over de pelgrimstocht. Met mijn verjaardag had ik een roze omafiets gekregen en zo kon ik langzaam beginnen met trainen. De eerste training, in het voorjaar van 2012, van een kleine twintig kilometer ging redelijk. Na afloop stapte ik van mijn fiets en zakte zo door mijn benen. De rest van de middag had ik nodig om bij te komen.
Daarna was het ieder weekend fietsen, steeds iets verder. Mijn conditie nam zienderogen toe en we zaten al op rondjes van 90 km. Mijn ouders waren zo trots dat ze me geholpen hebben met een echte trekkingfiets. Het hek was nu helemaal van de dam. Ondertussen begon mijn vriendin te twijfelen, ik heb het gevoel dat jaloezie een grote rol hierin gespeeld heeft. Ze wilde niet meer met mij naar Santiago. Ik heb nog even gekeken of ik iemand anders kon strikken, maar besloot toen alleen te gaan. De trainingsritjes werden steeds uitgebreider en ik raakte in topvorm. Toch iets wat mijn lichaam – ik – kon.
1 juni 2013 was het zover. Ik nam het vliegtuig naar Biarritz en ben van daaruit op mijn fietske gestapt richting Santiago de Compostella. Deze reis heeft mijn leven totaal veranderd. Van (over)leven naar volop genieten van het leven. Ik kon trots zijn op wat ik had bereikt, ook trots op mijn lichaam. Ondanks allerlei lastigheidjes zoals astma, kon ik 900 kilometer fietsen en mijn einddoel halen. Ik heb mijn problemen bij Cruz de Ferro achtergelaten en besloten met hernieuwde zin aan de rest van mijn leven te beginnen.
Sindsdien geniet ik volop en heb altijd plannen voor de toekomst. In een korte samenvatting:
2013 – Pelgrimstocht per fiets naar Santiago de Compostella.
2014 – Poging tot fietsen naar Parijs, maar een flinke griep gooide roet in het eten. Deelname aan de Nijmeegse Vierdaagse – en zonder blaren en zingend en dansend uitgelopen.
2015 – Pelgrimstocht per fiets van huis naar Rome.
2016 – De Ronde van Nederland gefietst en in het najaar van huis naar Marseille (de groene weg naar de Middellandse zee) gefietst.
2017 – Pelgrimstocht per fiets van Sevilla naar Santiago de Compostella (Via de la Plata). In de zomer de eerste 1800 km van de Hanzeroute naar Berlijn gefietst.
2018 – In februari naar Parijs gefietst, de Nijmeegse Vierdaagse weer gelopen en in oktober met mijn lief rondje Nederland, Duitsland, Luxemburg en België gefietst.
2019 – Het voornemen om van Eindhoven naar Singapore te fietsen.
In 2016 begon mijn vader wat met zijn gezondheid te sukkelen. Het was niet goed met zijn blaas en met zijn keel. Uiteraard heb ik geprobeerd er zo veel mogelijk te zijn voor mijn ouders. Ieder weekend fietste ik hun kant op. Naar Apeldoorn of Schin op Geul. Gelukkig gaat het nu een heel stuk beter met hem, maar het was wel een drukke tijd. Op mijn werk had men minder begrip. Ik woonde 45 km van mijn werk en stond iedere dag in de file. Ik mocht niet iets minder gaan werken en schuiven met uren was ook uit den boze. Andere collega’s mochten wel schuiven of minder werken. Ik wist wel dat het uitmaakte wie je was binnen het bedrijf, maar dit voelde echt als wegpesten. Ik heb het idee dat de financieel directeur me liever zag verdwijnen en hij deed er dan ook alles aan om het me moeilijk te maken. Het resultaat was dat ik bijna 60 uur per week kwijt was met mijn werk en ik geen mogelijkheden meer zag dit te veranderen.

Misschien vind je dit ook leuk :

Fietsreis van Eindhoven naar Singapore

Tejonardo Elsewhere

De jongen onder de douche

review:
*verplichte velden