De verzetsgroep van Jacob Hof

De verzetsgroep van Jacob Hof

Bert Bruin


EUR 13,90

Formaat: 13,5 X 21,5
Pagina aantal: 96
ISBN: 978-3-99064-253-5
Publicatie datum: 26.09.2018
In zijn debuut In de ban van de geheime dienst vroeg Jacob Hof zich af of er een dossier van hem bestond bij de geheime dienst, de AIVD. Lees in De verzetsgroep het spannende vervolg, vol intriges, achtervolgingen en intimidaties.
De verzetsgroep van Jacob Hof















Voor mijn zoon Guus

“De Shoah in Europa kon plaatsvinden omdat de joden niet georganiseerd waren,” (Hannah Arendt)
Inleiding



In de laatste paragraaf van het boek In de ban van de geheime dienst vroeg Jacob Hof zich af of er een dossier van hem bestond bij de geheime dienst, de AIVD. Dit zou wel de massale prikkels verklaren die hij in 2010 te verduren kreeg. In mei 2011 kreeg hij via geheime kanalen te horen dat er inderdaad een dossier van hem bestond, en wel bestaande uit 32 pagina's.

Jacob Hof kreeg eveneens via geheime kanalen te horen dat hij een persoonlijke boodschap van koningin Beatrix kreeg om er 'vol tegenaan te gaan, helemaal alleen'. Hij wist alleen niet waar dat op sloeg. Maar dat werd snel genoeg duidelijk.


Hoofdstuk 1, De geheime dienst
Donderdag 9 juni 2011. In NRC Handelsblad stond een artikel over een moord op een verzetsman in Leiden. De moord was een verzetsdaad. Alleen was het slachtoffer, Felix Guljé, geen collaborateur die werkte voor de Duitsers. Integendeel, hij had joden in huis. Atie Visser, de vrouw die de moord pleegde, toonde berouw en zei dat ze, als ze andere informatie had gehad, deze moord niet had gepleegd.

De dinsdag hiervoor ging ik 's avonds, na het werk, een kopje koffie drinken bij Marcel Woest. Het was gezellig. Ik ging om acht uur weer weg. Plotseling zag ik een man aan de overkant staan, bij een lantaarnpaal. Hij leek op iemand te wachten. Ook zag ik een man in een auto zitten, met de lichten aan. Ik besloot om naar de Waalsdorpervlakte te rijden omdat daar ook altijd rare dingen gebeuren. Daar aangekomen waren er allerlei auto's met knipperlichten aan. Wat was er aan de hand? Vorig jaar, toen ik veel prloblemen had met de geheime dienst, waren er ook veel auto's die mijn hinderden. Ik had eigenlijk geen zin meer in problemen en besloot de tocht niet af te maken en naar rechts te keren, naar huis toe. Eenmaal thuis aangekomen dook ik moe het bed in.

Wat gebeurde er de volgende dag? Ik stond op om met mijn auto naar mijn werk te rijden en keek naar mijn fiets die voor de deur stond. Wat bleek? Geen fiets, gejat. Ik vroeg me af hoe dat nou kon want daarnet, toen ik Bernice naar school bracht met de auto, stond ie er nog wel. Vol vragen ging ik naar mijn werk en opeens werd ik erg lastig gevallen door allerlei auto's. Auto's die voor mij hard wegscheurden, toeterden en mensen die agressief op mij reageerden.

Ik ging het kantoor binnen op de Reinkenstraat en moest nadenken. Waarom gebeurde dit allemaal? Twee uur heb ik gewerkt en toen besloot ik om de kranten te halen in de kiosk aan de overkant. De medewerker van de boekenkiosk deed heel zenuwachtig en pakte een flesje water en gaf het aan mij. In mijn tijd toen ik achtervolgd werd door de AIVD had ik ook altijd water in mijn auto.

Wederom besloot ik om naar de Waalsdorpervlakte te rijden en nu naar het monument te lopen. Zachtjes reed ik daarnaar toe en zag wederom allerlei auto's met knipperlichten op de weg staan. Voorzichtig reed ik langs de auto's en kwam aan op de parkeerplaats. Ik liep naar het monument om te kijken of ik iets kon verwachten. Ik wachtte tien minuten en toen kwamen er twee vrouwen gearmd naar mij toe lopen. Vervolgens kwamen er een man en vrouw aan die sprekend op mijn oom en tante leken. Ik wachtte nog 10 minuten en hoorde in de verte allerlei sirenes afgaan. Ik liep weer terug naar de parkeerplaats en reed weg naar huis. Opeens waren er allerlei auto's die mij seinden met groot licht. Ik had blijkbaar het goede gedaan maar wat had ik precies gedaan?

Ik las de krant nog eens door en daar werd ene Jacob Hovenier geïnterviewd. Hij was tijdens de bezetting spion en werkzaam voor verzetskrant Trouw en na de oorlog eindredacteur van het tijdschrift van het voormalig verzet. Hij zei dat de verzetsvrouw Atie Visser na de oorlog geëerd werd omdat ze een pistool had gebruikt in de oorlog om tegenstanders op te ruimen. Verder verkondigde hij dat het verzet dingen zelf oploste.

Waar sloeg dit nou op? Jacob Hovenier lijkt op mijn naam en ik had in mijn tijd dat ik problemen had met de AIVD ook een relatie met de krant Trouw. Werd hier een vergelijking gemaakt? Ik wist het niet. Ik zou het wel zien.

De volgende dag ging ik naar het politiebureau om aangifte te doen van de diefstal van mijn fiets. Deze aangifte had ik nodig voor de verzekering. Toen ik aankwam zat er een jonge agente achter de balie. Deze maande mij te wachten omdat er te weinig personeel was. Ik liep naar buiten om te roken en plotseling kwam daar een grote vrachtwagen aan die op de parkeerplaats van de politie parkeerde. Er kwamen al snel agenten aan om deze man aan te spreken. Hij ging echter niet weg.

Toen mijn sigaret op was ging ik weer naar binnen. Mij werd verstaan gegeven dat ik nog even moest wachten. Ik besloot om op het bankje te gaan zitten en begon te fluiten. Daarop vroeg de agente of ik wilde stoppen met fluiten.

Ik besloot om weer naar buiten te gaan om een sigaret te roken en plotseling kwam daar een nog grotere vrachtwagen aan om achter de eerder genoemde vrachtwagen te parkeren. Wat was er aan de hand? Plotseling ging het alarm af van het politiebureau. Allerlei agenten kwamen als een speer naar het politiebureau om te kijken wat er aan de hand was.
Ik ging weer naar binnen om te vragen hoe het met mijn aangifte stond. De agente kwam naar mij toe en gaf mij de aangifte die ik nodig had voor de verzekering. Fluitend ging ik weer naar buiten.

Hoofdstuk 2, De koningin
Ik schreef het boek In de ban van de geheime dienst in augustus 2010. Ik had het idee dat ik onderdeel was van een veel groter complot maar bewijs dat maar eens. Het boek was geschreven voor mijn zoon Guus, destijds tien maanden oud. Als er later verhalen omtrent mijn leven zouden komen dan zou hij in elk geval mijn versie van het verhaal kunnen lezen. Het is natuurlijk ook een volstrekt ongeloofwaardig verhaal maar daarom nog niet minder waar. Een persoon, die woest was over de behandeling van de politica Ayaan Hirsi Ali, gaat als 'geheim informant' werken voor de AIVD en vier jaar later wordt hij beschuldigd van 'contraspionage' of zoiets dergelijks. En tijdens die terreuraanval werd er ook nog eens een aanslag gepleegd op zijn dochter Bernice, destijds, acht jaar oud. Dit kan natuurlijk absoluut niet.

In de maand juni van 2010, anderhalve maand na de terreuraanval op mij en mijn gezin door de AIVD, was er plotseling een vreemde uitzending op Radio 4, op zondagmiddag tussen vier en zes uur. Normaliter is er dan een muziekprogramma maar nu was er een interview met iemand. Deze persoon had het over een Leidse professor met banden uit Iran die veel colleges gaf. Tevens had deze persoon het over iemand die wereldberoemd was. 'Net als Laura Jansen,' vroeg de interviewer. 'Nee, zei de geïnterviewde, 'zij is nationale top maar deze persoon is internationale top'. Toen noemde hij een naam die ik totaal niet kende. De geïnterviewde zei verder dat als deze persoon overleden is, hij 'rustig in zijn omgeving onderzoek zal doen'. Over wie hadden ze het nou? Ik las in die tijd negen kranten op een dag dus ik wist echt wel welke Nederlanders wereldberoemd waren. En wie was deze Leidse professor met banden in Iran. Was dit professor Ellanus? En was ik diegene die wereldberoemd was? Ik wist het niet.

Toen het boek In de ban van de geheime dienst eenmaal af was besloot ik het ook te sturen naar sommige politici. Als eerste was Neelie Smit-Kroes aan de beurt. Via een vriend van mij die voor de Europese Commissie werkt wilde ik het boek verstrekken aan Eurocommissaris Kroes. Toen ik die mail had gestuurd naar die vriend van mij kreeg ik de volgende dag opeens twee koninklijke uitnodigingen in de brievenbus. Wij mochten plaatsnemen op de eretribune van de koningin tijdens Prinsjesdag. Er stond een prachtige auto voor de deur met Duits kenteken die er de hele dag stond. De persoon die erin zat had blijkbaar de uitnodiging in de bus gedaan.

Ik stuurde ook een boek naar Ayaan Hirsi Ali, Gerrit Zalm (VVD-politicus en oud-baas van ABN-AMRO) en Tjibbe Joustra (ex-terrorismecoördinator). Tevens stuurde ik een boek naar de koningin.

De ontvangst was verrassend. Ayaan Hirsi Ali reageerde op haar website dat ze het boek had ontvangen door een artikel te plaatsen van het Nederlandsch Dagblad, de christelijke krant waar ik op dat moment op geabonneerd was. Het artikel werd omringd met reacties van lezers. Ik reageerde op het artikel dat ik het Nederlandsch Dagblad een mooie krant vond, gemaakt in Barneveld.

Gerrit Zalm reageerde zes weken later. Ik werkte als ambtelijk secretaris voor de centrale ondernemingsraad van GHU, de grootste thuiszorgonderneming van Nederland. De directeur van de Holding stuurde een schrijven rond naar de centrale ondernemingsraad waarin hij hen om een positief advies vroeg omtrent een lening van circa 80 miljoen euro. Hoe kwam hij daar nu aan? Blijkbaar heeft Gerrit Zalm zijn connecties aangeboord om GHU een lening te verstrekken. En blijkbaar heeft hij geruchten in de wereld gegooid dat ik daar mee te maken had want ik kwam er anderhalf jaar later door in de problemen.


Ook de koningin reageerde. Drie weken nadat ik het boek aan de beveiligers van Paleis Huis ten Bosch gaf kreeg ik een ontvangstbevestiging. Daarin bedankte de koningin mij voor het sturen van het boek. De reactie was als volgt:

Zeer geachte heer Hof,

Namens Hare Majesteit de Koningin dank ik u hartelijk voor Uw brief met toezending van het boek In de ban van de geheime dienst.

Conform uw verzoek wordt het boek doorgestuurd naar Prinses Mabel.

Met gevoelens van de meeste hoogachting,

Algemeen Secretaris van Hare Majesteit de Koningin.



Eerder had ik de koningin namelijk gevraagd of zij het boek wilde doorsturen naar prinses Mabel. Zij speelde namelijk een rol in mijn boek. De reactie van prinses Mabel was als volgt:

Zeer geachte heer Hof,

Namens Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Mabel van Oranje-Nassau bevestig ik graag de goede ontvangst van Uw boek In de ban van de geheime dienst.

Ik ben ervan overtuigd dat de Prinses het heeft gewaardeerd dat U haar een exemplaar heeft toegezonden.

Met gevoelens van de meeste hoogachting,

Particulier Secretaris van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Mabel van Oranje-Nassau


Op Prinsjesdag werd de Troonrede voorgelezen door de koningin. Tijdens de rit naar de Ridderzaal in de Gouden Koets was er nog een idioot die een waxinelichtje gooide naar de koets. Hij werd ingerekend. Ook opvallend was dat de camera's van de NOS toevallig werden gesaboteerd. Dit was gebeurd doordat een politieboot in de Hofvijver de stroomkabels had geraakt. 'Foutje', zei de politie later. Er was blijkbaar al ingecalculeerd dat er iets zou kunnen gebeuren tijdens de rit van de Gouden Koets. De koningin was zenuwachtig en hakkelde zich de Troonrede door. Drie dagen later wisten we waarom. In de eerste letters van de zinnen van de Troonrede stonden in het geheim de naam van Willem van Nassov genoteerd. 'Grapje,' zei de Rijksvoorlichtingsdienst later. Maar was dat ook zo?

In december 2010, tijdens de kersttoespraak van de Koningin, bleek dat het helemaal geen grapje was. De koningin refereerde voor het eerst, zonder dat het een herdenkingsjaar was, aan de oorlog. Zij vertelde onder andere het volgende:

Opnieuw zijn er mensen – ver weg en soms dichtbij – die in actie komen waar onrecht heerst. Er is nog altijd moed nodig om sterk te blijven en tegenstand te trotseren. Ook wij kunnen voor de vraag gesteld worden: waar staan we als het aankomt op gerechtigheid?

Sloeg dit op mij?

En later in de kersttoespraak:

Uiteenlopende opvattingen horen natuurlijk bij een open samenleving. We kunnen de verschillen niet ontkennen maar moeten ze zien als startpunt voor maatschappelijk dialoog. Het is niet nodig elkaar te overtuigen om elkaar te verdragen. Dat is de basis van wederzijds respect.

Dit stuk sloeg op Ayaan Hirsi Ali. In 2006 had zij verkondigd dat er een 'recht op beledigen' moest bestaan in onze rechtstaat. De koningin was het er toen niet mee eens maar zij was blijkbaar van mening veranderd.




Hoofstuk 3, Professor Ellanus
Ook professor Ellanus van de Universiteit Leiden wilde ik een boek geven. Ik las op zijn website dat hij bedreigd werd door krachten rondom PvdA-partijleider Job Cohen die net in die periode minister-president van Nederland wilde worden. Zo kon hij niet meer kritisch schrijven over Job Cohen. Ik ging naar de Universiteit van Leiden aan de Steenschuur en wilde hem het boek persoonlijk overhandigen. Hij was er echter niet en daarom gaf ik het aan zijn secretaris. Toen ik twee weken later de Telegraaf las stond daar precies een artikel in dat over mijn boek ging. Het was geschreven door een journalist die de professor Terrorisme en Contraterrorisme van Leiden interviewde. Professor Ellanus had mijn boek gelezen en daarna doorgegeven aan de professor Terrorisme en Contraterrorisme die mijn kritiek op de geheime dienst in de Telegraaf verwoordde.

Opvallend genoeg gebeurde er op het internationale vlak ook allerlei dingen. De Indonesische moslimterroristenleider Bashir werd opgepakt, de terreurmoskee in Hamburg werd gesloten, er werden hekken geplaatst romdom Afterposten, de Deense krant die Mohammed cartoons plaatste en er werden terroristen in Marokko opgepakt, het land waar Marielle voor haar werk heen zou gaan.

Ik stond in die tijd veel buiten het huis, voor op straat te roken en was met de kinderen aan het spelen. Het viel mij al op dat er, in de periode van de terreur op mij, allerlei vreemde personen op straat liepen die ook allemaal vragen aan mij stelden. Ze wilden allemaal aandacht van mij. Dat gebeurde nu weer. Allerlei vreemde types liepen voorbij, de meest vreemde auto's reden voorbij en er gebeurden allerlei rare dingen, die ik vier maanden geleden ook al had meegemaakt. Deze keer was alles minder bedreigend. Ook kreeg ik opeens allerlei uitnodigingen van banken om deel te nemen aan consumentenpanels en de Universiteit Leiden stuurde uitnodigingen om lezingen te volgen.

Eind augustus was de herdenking van de slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog die omgekomen zijn in de Japanse werkkampen. Dit was de eerste officiële herdenking van de koningin na de aanslag op haar op 4 mei tijdens de dodenherdenking in Amsterdam. Spanning alom bij de veiligheidsdiensten want het moest natuurlijk niet weer voorkomen dat iemand de herdenking verstoorde. Ik had die ochtend om elf uur een afspraak met Redoean om te tennissen op tennisclub Bleijenburg. Ik ging erheen en zag op Bleijenburg allemaal mensen tennissen die ik in mijn inlichtingenperiode ook zag. Redoean kwam niet opdagen en ik ging hem bellen. Toen zei hij dat de afspraak niet door kon gaan want hij moest elders een wedstrijd tennissen. Toen ik ophing hoorde ik opeens de sirenes van een politieauto. Direct daarna kwamen de mensen van de inlichtingendienst de baan af en vroegen in de kantine wat er aan de hand was. Toen was ik al op weg naar het andere tennispark. Daar gearriveerd was er nog niets aan de hand. Toen ik echter naar de wedstrijd van Redouan ging kijken kwamen er opeens allemaal mensen op mij af, met honden die aan mij gingen snuffelen. Opeens kwam er een politiehelikopter overvliegen. Daarna kwam er weer iemand met een hond aanlopen. De hond gaf mij een aai, een teken dat de herdenking over was en alles veilig was.

Op de Oostduinweg en vanaf de Houtrustlaan richting Scheveningen waren er opeens verkeersborden met daarop het teken 'navigatiesysteem werkt niet'. Ik ging op de Houtrustlaan kijken wat er zou gebeuren als je Oostduinweg intypte op je navigatiesysteem. Ik typte het in en reed richting de Oostduinweg. Daar werd je richting het centrum van het Statenkwartier gedirigeerd. Bij mijn huis stond ook zo'n bord. Ik vroeg aan de buurman wat het bord betekende maar hij wist het ook niet. Ik wel: iedereen die bij mij in de buurt kwam en mij in de gaten hield, had natuurlijk elektronische apparaten bij zich en die werden dan verstoord.





Hoofdstuk 4, Coup bij de AIVD
In februari 2011 wordt Gerard Bouhuis, directeur van de AIVD, de man die verantwoordelijk is voor het plannen van de aanslag op Bernice, een andere functie aangeboden door minister Opstelten, namelijk die van hoofd van de Nationale Politie. Hij besluit deze te accepteren. Waarom hij weg moest bij de AIVD was onduidelijk. Ik had echter wel een idee. Gerard Bouhuis had zich als hoofd van de AIVD ten opzichte van mij misdragen.

Er was echter nog geen nieuwe directeur aangesteld. De AIVD zat dus zonder directeur, in een zeer heftige tijd. De volgende zou pas een half jaar later worden aangesteld. Naar wie zouden de spionnen nu luisteren?

In april 2011 kwam plotseling in het nieuws dat Osama bin Laden was doodgeschoten. Hij was in augustus 2010 ontdekt in Pakistan en toen hebben de Amerikanen een plan opgesteld om hem te liquideren. Minister van Buitenlandse Zaken van de Amerikanen, Hillary Clinton, zei dat de Pakistanen niets van het geheim mochten weten omdat Al Qaida banden met de Pakistaanse geheime dienst had.

Ik dacht er het mijne van. In augustus 2010 heb ik mijn boek geschreven en uitgegeven. Tevens werden er internationale acties genomen op terreurgebied. Zou het een en ander te maken hebben met mijn boek? Ik wist het niet.

Ik was weer gewoon aan het werk als ambtelijk secretaris van de centrale ondernemingsraad van GHU, het grootste thuiszorgbedrijf van Nederland met 25.000 werknemers. Het bedrijf is groot geworden door allerlei fusies. Het werk bestaat uit veel vergaderen en reizen. Ik woonde in Scheveningen, de vergaderlocatie was in Amersfoort en in Amsterdam en het hoofdkantoor stond in Almelo. We vergaderden om de week in Amersfoort, op dinsdag de hele dag. Ik ging meestal met de tram en trein.

In mei 2011 gebeurde er iets. In een krantje in de tram las ik allerlei interessant nieuws over de politiek en daar stond ook in dat Ayaan Hirsi Ali zwanger was. Dat was natuurlijk groot nieuws. Ik kwam aan op station CS van Den Haag en wilde buiten de stationshal een sigaret gaan roken. Ze waren echter aan het boren dus ik werd naar binnen geloodst. Bij de trein naar Amsterdam waren ze echter ook aan het bouwen en ik liep verder het perron op, op zoek naar een rustig plaatsje om te roken. Ik stopte bij de rookpaal maar daar was het een puinhoop. De vuilnisbak was leeggehaald en op de grond geleegd en er lagen allemaal peuken op de grond. Ik werd er onrustig van. Ik keek naar het informatiebord van het CS en daar stond dat de trein naar Amsterdam twintig minuten vertraging had. Voor de nieuwe trein stond een heel oude trein. Die trein zou direct vertrekken. Ik besloot om eerst mijn sigaret op te roken en daarna in de nieuwe trein te stappen, met vertraging. Dan zou ik wel iets later op mijn werkafspraak komen.

Na twintig minuten reed de nieuwe trein weg, op weg naar Amsterdam. Bij Leiden stopte hij, er stapten allemaal nieuwe mensen in de trein. In de coupé hoorde ik iemand praten dat alle eerstejaarsstudenten vandaag een dag vrij waren. Waarom werd mij onduidelijk. Ik had echter wel een idee. Er was net bekend geworden dat Ayaan Hirsi Ali zwanger was en dit werd gevierd door de Universiteit Leiden. Er gebeurden nog een paar onnavolgbare acties maar een paar uur later was ik veilig weer thuis.

Een week later gebeurt er iets opvallend in de pers met betrekking tot de AIVD. Een werknemer van de AIVD stond met foto in de Telegraaf en zegt dat hij in de jaren tachtig is geïnfiltreerd in linkse clubs.
's Avonds was hij in Nieuwsuur om zijn verhaal te doen. Hierover zijn nog vragen gesteld in de Tweede Kamer dat dit niet mocht.

En op de laatste dag in mei van dit jaar 2011 ging ik naar het stadsdeelkantoor om mijn paspoort te verlengen. Ik ging erheen en kon naar de balie komen. Daar werd mij eerst een document getoond en de baliejuffrouw vroeg mij of ik even de gegevens wilde controleren. Echter, het document was niet goed, er stonden gegevens op van iemand anders. Toen liet zij mij een nieuw document zien, met alle gegevens van mij er nu wel correct op. Wat stond er echter bovenaan: paspoortnummer, 'met 32 pagina's extra gegevens bekend bij de staat'. Ik was verrast en keek nog een keer naar de tekst. Het stond er toch echt, 32 extra pagina's. Dus mijn geheim dossier bij de AIVD bestond uit 32 pagina's. Dat was toch nieuwe informatie voor mij. Het hele boek In de ban van de geheime dienst klopte dus, ik had gelijk met mijn interpretaties. Nu was het blijkbaar de tijd om deze informatie aan mij kenbaar te maken.

Misschien vind je dit ook leuk :

De verzetsgroep van Jacob Hof

Nelly Claeys

Ik weet het niet

review:
*verplichte velden